|
|
langs-
|
[ 12·2·2·2·ii·11 ]
|
|
Het bijwoord langs kan uitsluitend gecombineerd worden met
werkwoorden die een beweging aanduiden. Het procédé is dan productief:
langsfietsen,
langsgaan,
langskomen
zijn een paar voorbeelden hiervan. Zo kan men ook vormen
langshuppelen als in de zin:
|
(40)
|
Ik was verrast toen ik hem langs zag huppelen.
|
De op deze manier gevormde werkwoorden zijn scheidbaar. Langs
heeft de betekenis 'voorbij'.
Zie voor gevallen als de haven langs (fietsen)
(zie ook
).
|
|
|
|