Het + adjectief + st(e)
 
[ 6·4·3·4·i·b·2 ]
 
Het woord het wordt gebruikt in alle gevallen, onafhankelijk van de vraag of het substantief een de- of een het -woord is. De uitgang -e van de overtreffende trap wordt het meest gebruikt in de gesproken taal . In de geschreven taal geeft men de voorkeur aan de vorm zonder -e. Deze constructie komt voor:

·   in predicatief gebruik, bij een 'externe' vergelijking, bijv.:

(18b) Die weg is het best(e). (i.e. van de mogelijke wegen)
(19b) Dat kind is het jongst(e). (i.e. van de kinderen van het gezin)
(20b) Die opmerking is het stompzinnigst(e) van allemaal.



·   in predicatief gebruik, bij een 'interne' vergelijking, bijv.:

(21a) Die weg vind ik het best(e) tussen Sint-Niklaas en Beveren-Waas.
(22) Hij is het liefst(e) als hij slaapt.

Hiernaast is ook de onder 3 genoemde constructie mogelijk.

·   in adverbiaal gebruik, bij een 'externe' vergelijking, bijv.:

(23a) Leo werkt het hardst(e) (van allemaal).
(24a) Deze radio schettert het luidst(e) (van alle radio's).
(25) Het liefst(e) van al was hij meteen teruggegaan.

Ook mogelijk zijn (zonder het):

(26) Hij drinkt liefst koffie.
(27) Hij mag eerst gaan.

Opmerking 1



·   in adverbiaal gebruik, bij een 'interne' vergelijking, bijv.:

(23b) Leo werkt het hardst(e) als hij onder druk staat.
(24b) Deze radio schettert het luidst(e) als je hem niet helemaal goed afstemt.

Hiernaast is ook de onder 3 vermelde constructie mogelijk.

    
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina