Drie verschillende klinkers
 
[ 2·3·5·3·i·2 ]
 
a

e ie o
bederven bedierf bedorven
helpen hielp geholpen
sterven stierf gestorven
verwerven verwierf verworven
werpen wierp geworpen
werven wierf geworven
zwerven zwierf gezworven


 
b

e ie aa
* scheppen ('creëren') schiep geschapen


 
c

ee oe oo
* zweren ('eed afleggen') zwoer gezworen


 
d

ee a aa ee
genezen genas genazen genezen
geven gaf gaven gegeven
* lezen las lazen gelezen
* meten mat maten gemeten
treden trad traden getreden
vergeten vergat vergaten vergeten
vergeven vergaf vergaven vergeven
vreten vrat vraten gevreten


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina