Uitbreidende voegwoorden: behalve (dat); laat staan (dat)
 
[ 10·3·12 ]
 
1 Het voegwoord behalve en de voegwoordelijke uitdrukking behalve dat hebben niet alleen beperkende betekenis , maar kunnen ook in uitbreidende zin gebruikt worden. Evenals het beperkende voegwoord verbindt het uitbreidende behalve uitsluitend constituenten (uit één of meer woorden bestaande). Voorbeelden zijn:

(1) Behalve ik waren er nog tien mensen. (= 'Ik was er én nog tien mensen')
(2) Behalve haar heb ik ook haar man en kinderen gezien. (= 'Haar heb ik gezien én haar man en kinderen')
(3) De brieven moeten behalve duidelijk geadresseerd ook voldoende gefrankeerd zijn.
(4) Het weer viel erg tegen: behalve dat er nogal veel wind was, ging het ook nog regenen.
(5) Behalve dat ik ruzie met mijn buren heb, voel ik me ook nog ziek.


 
2 De voegwoordelijke uitdrukkingen laat staan en laat staan dat verbinden respectievelijk constituenten en afhankelijke zinnen met een voorafgaande negatieve zin. Laat staan (dat) is op te vatten als ik laat staan (dat); de betekenis kan omschreven worden met 'ik spreek (nog) niet (eens) over...', 'om maar niet te spreken van...'. Voorbeelden zijn:

(6) Hij kent niet eens Engels, laat staan Frans.
(7) Over een eventuele huurverhoging valt nog niets te zeggen, laat staan dat het percentage daarvan al bekend zou zijn.
(8) Zijn collega, die veel beter op de hoogte was, wist er niets van, laat staan hij zelf.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina