Voorzetsels in engere zin
 
[ 9·3·2 ]
 
De voornaamste voorzetsels in engere zin zijn de onderstaande. In veel gevallen illustreren de gegeven voorbeeldzinnen de mogelijke gebruikswijzen slechts in beperkte mate. Van sommige voorzetsels worden ook nog voorbeelden gegeven op de plaats waar ze vergeleken worden met voorbeelden waarin ze als achtergeplaatst voorzetsel voorkomen .
     à

(1) Er waren niet meer dan tien à twaalf mensen.
(2) Hij kocht drie kaartjes à honderd frank.

aan

(3) Dat was een teken aan de wand.
(4) Het was aan de vooravond van de tweede wereldoorlog.
(5) Geef die sla aan je moeder.

Zie ook . aangaande

(6) Aangaande die diefstal kunnen we geen verdere informatie verstrekken.

achter

(7) Hij had zich verstopt achter de kast.
(8) Ik kom toch wel achter de waarheid.

af (alleen in vaktaal)

(9) De vermelde prijzen gelden af fabriek.

behoudens

(10) Behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten gaat de aanleg van de weg door.

beneden

(11) Beneden de Moerdijk weten ze pas wat carnaval is.
(12) Dat is beneden zijn waardigheid.

benevens

(13) Hij verdiende duizend gulden benevens vrije woning.

benoorden

(14) Dat dorp ligt iets benoorden Arnhem.

beoosten

(15) We voeren toen beoosten Kaap Hoorn.

betreffende

(16) Betreffende deze zaak wil ik nog graag iets opmerken.

Opmerking 1

bewesten

(17) Bewesten Tessel is een schip vergaan.

bezijden

(18) Zijn weergave van de gebeurtenissen is volstrekt bezijden de waarheid.

bezuiden

(19) Bezuiden de grote rivieren is de bevolking in meerderheid rooms-katholiek.

bij

(20) Hij logeert bij Karel.
(21) Heb je je boeken niet bij je?
(22) Bij mijn weten heeft hij gelijk.
(23) Het is al bij achten.

binnen

(24) De bal lag binnen zijn bereik.
(25) Binnen een week was ze weer op de been.

blijkens

(26) Blijkens oude oorkonden heeft Karel de Grote minstens eenmaal een bezoek gebracht aan Nijmegen.

boven

(27) Wat hangt ons nu weer boven het hoofd!
(28) Bij aankopen boven de honderd gulden worden uw reiskosten vergoed.

Zie ook . buiten

(29) Hij zette hem buiten de deur.
(30) Buiten kantooruren zijn wij niet bereikbaar.

conform

(31) De uitspraak was conform de eis van de officier.

contra

(32) Het proces van De Wit contra De Bruin heeft heel wat stof doen opwaaien.

door

(33) Er staat een streep door dit woord.
(34) Door de jaren is de waardering voor dat boek nogal veranderd.
(35) Door een ongeval is hij invalide geworden.
(36) De toegang tot het gebouw werd door een conciërge gecontroleerd.

gedurende

(37) Gedurende de wintermaanden ligt het werk stil.

gezien

(38) Gezien de moeilijke omstandigheden waaronder ze werkten, was dat te verwachten.

hangende

(39) Hangende het onderzoek worden geen mededelingen verstrekt.

in

(40) In de tram mag je niet roken.
(41) In mei leggen alle vogeltjes een ei.
(42) In zaken die met het landsbelang te maken hadden, was hij bijzonder nauwgezet.

ingevolge

(43) Ingevolge artikel 3 van de wet op de kansspelen is dit verboden.

inzake

(44) Zijn er nog nieuwe feiten bekend geworden inzake de fraude?

jegens

(45) Weest verdraagzaam jegens uw naaste.

krachtens

(46) Krachtens rechterlijke machtiging was de politie hiertoe bevoegd.

langs

(47) Langs het kanaal stonden vroeger populieren.
(48) Langs deze weg zul je je doel nooit bereiken.

luidens

(49) Luidens de jongste berichten is de koning nog in leven.

Dit voorzetsel komt alleen in archaïsch taalgebruik voor.
     met

(50) Met de jaren werden zijn ogen slechter.
(51) Met wie spreek ik?
(52) Hij zong met lange uithalen.
(53) Met een theelepeltje wist ze het open te krijgen.
(54) Met de kanarie ziek is het akelig stil in huis.

Zie ook .
     na

(55) Na de wedstrijd begon het feest.
(56) Na u, mevrouw!
(57) Het is kwart na zes.   <regionaal>

Het gebruik van na in tijdsbepalingen zoals in (57) komt vooral in België voor, maar ook wel verspreid in met name het oosten van Nederland . Vergelijk met zin (86).
     naar

(58) Morgen ga ik naar Den Haag.
(59) Ruikt het hier naar gas?
(60) Naar zijn idee gaat alles goed.

naast

(61) Zij zat naast haar moeder.
(62) Naast mijn baan moet ik ook nog veel in het huishouden doen.

nabij

(63) Hij woont nabij de kerk.

Voor de nevenschikking om en nabij zie .
     namens

(64) Namens de feestcommissie heet ik u van harte welkom.

niettegenstaande

(65) Niettegenstaande de tegenvallende bedrijfsresultaten kon er een behoorlijke winstuitkering plaatsvinden.

nopens

(66) Nadere berichten nopens de onlusten zijn nog niet ontvangen.

Dit voorzetsel komt alleen in archaïsch taalgebruik voor.
     om

(67) Hij woont hier meteen om de hoek.
(68) We staan altijd om zeven uur op.
(69) Hij deed het alleen om de eer.

Zie ook bij te. Voor de nevenschikking om en nabij zie .
     omstreeks

(70) De boot zal nu omstreeks Enkhuizen zijn.
(71) Omstreeks de jaarwisseling is het het drukst bij de posterijen.

omtrent

(72) De kruiser voer omtrent Kaap de Goede Hoop.
(73) Ze trouwden omtrent dezelfde tijd.
(74) Is er nog iets omtrent zijn lot bekend geworden?

ondanks

(75) Ondanks veel tegenwerking zette hij door.

onder

(76) Hij was vaak dagen achtereen onder de grond.
(77) Onder de preek was ze in slaap gevallen.
(78) Toen leefden we nog onder een feodaal juk.

Zie ook . ongeacht

(79) Ongeacht zijn merkwaardige politieke opvattingen hebben we hem toch maar in dienst genomen.

onverminderd

(80) De betrokkene komt in aanmerking voor een eenmalige uitkering onverminderd zijn recht op huursubsidie.

op

(81) Er stond nog een televisiemast op het dak.
(82) Op 16 november vertrekken we.
(83) Op die grond wilde hij ontslag nemen.

over

(84) Zijn jas lag over de stoel.
(85) Over een half uur ben ik klaar.
(86) Het is kwart over zes.
(87) Ging die lezing over euthanasie?

overeenkomstig

(88) Overeenkomstig het in paragraaf 6 gestelde komt u in aanmerking voor bevordering.

per

(89) Aan de LTS is per 1 januari een vacature te vervullen.
(90) Ik zal het je per kerende post terugsturen.
(91) Wat ben je nou per maand voor die OV-jaarkaart kwijt?

qua

(92) Qua intelligentie is zij mijn meerdere.

richting

(93) De expeditie trok richting (de) Noordpool.
(94) De voorzitter schamperde richting (de) politiek.

Het gebruik van richting in overdrachtelijke zin, zoals in (94), is niet voor iedereen aanvaardbaar . Er is op zichzelf echter niets tegen. Het kan gezien worden als een verkorte vorm van de voorzetseluitdrukking in de richting van en geeft in de overdrachtelijke betekenis een bijna fysieke richting aan, vergelijkbaar met de voorzetselcombinatie naar...toe .
     rond

(95) Er staan mooie oude huizen rond het plein.
(96) Rond vijf uur begonnen we trek te krijgen.

rondom

(97) Rondom de vijver groeide allerlei onkruid.

sedert

(98) Sedert april van het vorige jaar komt hij niet meer.

sinds

(99) Sinds april van het vorige jaar komt hij niet meer.

staande

(100) Staande de vergadering werd besloten een telegram aan de minister te sturen.

te
     Het voorzetsel te wordt op vier manieren gebruikt. Vóór plaatsnamen is het gelijk aan in; het behoort dan tot het formele taalgebruik:

(101) Geboren op 20 september 1935 te's-Gravenhage.   <formeel>

In tijdsaanduidingen is het gelijk aan om; het behoort dan tot het formeel-archaïsche taalgebruik :

(102) De plechtigheid zal te één uur aanvangen.   <formeel>

Verder wordt het soms vóór infinitieven gebruikt. Het heeft dan geen semantische, maar alleen syntactische waarde. Vóór infinitieven als werkwoordelijke aanvulling verschijnt te altijd zonder om (terwijl deze infinitieven ook zonder te voorkomen ). In beknopte bijzinnen wordt altijd te of om (...) te gebruikt. Voor de keuze daartussen zie . Voorbeelden:

(103) Ik hoor dat hij daarover een boek probeert te schrijven.
(104) Het is zijn bedoeling (om) daar een boek over te schrijven.
(105) Het wordt geen boek om in een verloren uurtje eens even te lezen.

Ten slotte komt te, al dan niet met naamvalsvormen van een lidwoord versmolten tot ten of ter, in vaste uitdrukkingen voor. Enkele voorbeelden zijn: te lijf gaan , te grabbel gooien , te beurt vallen , ten strijde trekken , ten einde lopen , ter wereld brengen , ter hand nemen Opmerking 2

tegen

(106) Mijn fiets staat tegen het hek.
(107) Het zal nu tegen twaalven zijn.
(108) Dat is niet tegen de letter, maar wel tegen de geest van de wet.

tegenover

(109) We wonen tegenover het stadhuis.
(110) Hoe sta je tegenover dit voorstel?

tijdens

(111) Tijdens de oorlog mocht je 's nachts niet je huis uit.

tot

(112) Van Groningen tot Vlissingen en van Den Helder tot Maastricht werd er gedemonstreerd.
(113) Nou, tot vanavond dan!
(114) Tot mijn grote verbazing won ik de eerste prijs.

Opmerking 3

trots

(115) Trots zijn verbod liet ik me niet weerhouden.

tussen

(116) Dit tafeltje kan nog wel tussen de bank en de kast.
(117) Tussen zes en zeven ben ik thuis.
(118) Er is een groot verschil tussen chimpansees en gorilla's.
(119) Tussen al die mensen kon ik hem niet ontdekken.
(120) De overvaller verdween tussen het struikgewas.
(121) Is dat boek niet tussen die stapel daar te vinden?

De betekenis van tussen brengt mee dat dit voorzetsel, zoals uit de voorbeelden blijkt, gebruikt wordt vóór nevenschikkingen van twee elementen, meervoudige substantieven en verzamelnamen. Vóór enkelvoudige substantieven die niet het karakter van een verzamelnaam hebben, komt tussen slechts bij uitzondering voor. Het gaat dan om uitdrukkingen die als elliptisch te begrijpen zijn, bijv.:

(122) Hij zette zijn voet tussen de deur.
(123) We eten tussen de middag een boterham.

In de eerste zin is bedoeld: 'tussen de deur en de deurpost', in de tweede: 'tussen de morgen en de middag'. Opmerking 4

uit

(124) Zij kwam net uit Parijs.
(125) Uit jouw verhaal had ik dat al begrepen.
(126) Ze deed het alleen uit plichtsbesef.

van

(127) Ik kom net van kantoor.
(128) Van zes tot zeven ben ik thuis.
(129) Is dit de fiets van Karel?
(130) Van grammatica had hij nog nooit gehoord.
(131) Hij blaakt weer van energie.
(132) De tafel is van hout.
(133) Hij zei van niet.
(134) Ik had zoiets van wat doe ik hier nog.   <informeel>

vanaf

(135) Vanaf die blauwe streep mag je parkeren.
(136) Vanaf zes uur ben ik thuis.

Zie ook van...af .
     vanuit

(137) Ik zal je bellen vanuit Druten.

Zie ook van...uit .
     vanwege

(138) Vanwege haar handicap mocht ze blijven zitten.

via

(139) Hij reed via Breda naar Antwerpen.
(140) Ik heb het gehoord via een gemeenschappelijke kennis.

volgens

(141) Volgens de berichten is hij overleden.

voor

(142) Hij stond voor me, daarom zag ik niets.
(143) Is dat cadeau voor mij?
(144) Voor zes uur ben ik niet thuis.
(145) Het is tien voor zes.

De (mogelijkheid tot) beklemtoning van voor gaat soms samen met verschil in betekenis (zie de voorbeelden (142) en (143)). Met lokale en temporele betekenis is voor vaak beklemtoond, in andere gevallen zelden. Voor de duidelijkheid wordt de beklemtoning in geschreven taal soms aangegeven met accenttekens: vóór.
     voorbij

(146) Voorbij de derde lantaarnpaal links is een telefooncel.

wegens

(147) Wegens verbouwing is de winkel gesloten.

zonder

(148) Kinderen onder de 16 jaar hebben zonder geleide geen toegang.

Opmerking 5


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina