Met een substantief als grondwoord
 
[ 12·4·2·3·2·b ]
 
Het achtervoegsel -(e)lijk komt veelvuldig voor in afleidingen van substantieven. Het is onbeklemtoond, maar trekt het accent van het grondwoord aan indien de laatste lettergreep van dat woord een volle vocaal (dat wil zeggen een heldere klinker) vertoont. Zo ontstaat naast víjand: vijándelijk, naast wétenschap: wetenscháppelijk. Het procédé substantief + (e)lijk is niet productief.
     De betekenis van dergelijke afleidingen is heel moeilijk te systematiseren; over het algemeen brengen ze een bepaalde betrekking tot uitdrukking. In veel gevallen verschilt de betekenis naargelang van de betekenis van het substantief waarbij het adjectief optreedt. Enkele mogelijke betekeniscategorieën zijn:

·   'van, als van -', bijv. koninklijk (in: het koninklijk paleis ), gemeentelijk (in: het gemeentelijke politiekorps ), mannelijk (in: een mannelijk uiterlijk ), lichamelijk (in: zijn lichamelijke conditie ), slagaderlijk (in: een slagaderlijke bloeding ), slafelijk (in: slafelijke arbeid );

·   'met -', bijv. fatsoenlijk (in: een fatsoenlijk meisje ), gevaarlijk (in: een gevaarlijk avontuur ), nadrukkelijk (in: een nadrukkelijk verbod );

·   '- tot gevolg hebbend', bijv. smadelijk en smartelijk in respectievelijk een smadelijke nederlaag en een smartelijk ongeval ;

·   'volgens, overeenkomstig -', bijv. fatsoenlijk (in: een fatsoenlijk antwoord ), wetenschappelijk (in: wetenschappelijk onderzoek ), strafrechtelijk (in: een strafrechtelijke veroordeling ).

     Let op de vormverandering van het grondwoord in oorspronkelijk (van: oorsprong) en (hoofd)stedelijk (van: (hoofd)stad), waarin bovendien overeenkomstig de regel het accent naar achteren verschoven is, en in koninklijk (van: koning).
     Een aantal afleidingen van substantieven die een tijdsspanne aanduiden, krijgen -(e)lijks in plaats van -(e)lijk. Het zijn: jaarlijks ( halfjaarlijks, tweejaarlijks, enz. tot tienjaarlijks), maandelijks ( halfmaandelijks, tweemaandelijks, enz. tot twaalfmaandelijks), uurlijks, wekelijks ( tweewekelijks, driewekelijks, vierwekelijks) en met klinkerverandering dagelijks. De betekenis van deze adjectieven is 'ieder jaar, iedere maand, enz. plaatshebbend, verschijnend of terugkerend'. Met dezelfde betekenis bestaat naast dagelijks ook het minder gebruikelijke daags, bijv. in de daagse zorgen . De hier genoemde adjectieven kunnen attributief gebruikt worden, bijv. de jaarlijkse kermis , uw wekelijkse bijdrage , een tweemaandelijks tijdschrift .
     Vormingen als tweejaarlijks, vierwekelijks, enz. zijn te beschouwen als samenstellende afleidingen (vergelijk ). Opmerking 3


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina