Combinaties van twee voorzetsels
 
[ 9·3·4 ]
 
1 In combinaties van twee voorzetsels heeft het tweede, achtergeplaatste, voorzetsel in enkele gevallen een andere vorm: in plaats van met treedt mee op en in plaats van tot de vorm toe. Verder komen alleen in combinaties als achtergeplaatst voorzetsel voor: heen, vandaan en weg .
     De combinaties van twee voorzetsels bestaan vrijwel altijd uit één vooropgeplaatst voorzetsel en één achtergeplaatst voorzetsel. Een enkele keer kunnen van of aan aan het voorop- of achtergeplaatste voorzetsel worden toegevoegd: tot...(aan)...toe, van...af (aan), (van) onder...uit/vandaan . Opmerking 1


 
2 De voornaamste combinaties van twee voorzetsels zijn de hieronder volgende. Ze zijn telkens van een of meer gebruiksvoorbeelden voorzien.
     aan...toe

(1) Ben je al aan de afwas toe?

aan...voorbij

(2) Zulke subtiele grapjes gaan aan hem voorbij.

achter...aan

(3) De kinderen liepen achter de optocht aan.

achter...langs

(4) Jan probeerde achter hem langs te glippen.

achter...om

(5) Je moet achter oma om lopen, Keesje.

bij...af

(6) Die mantel is donkerblauw bij zwart/het zwarte af.
(7) Dat is wat je noemt bij de konijnen/de wilde beesten/de wilde spinnen af. ('dat tart iedere beschrijving')

boven...uit

(8) De periscoop van de onderzeeër stak boven het water uit.
(9) Ik kan niet boven dat lawaai uit komen.

buiten...om

(10) Over de nieuwe ringweg kun je buiten de stad om rijden.
(11) Dat regelen we wel buiten de officiële kanalen om.

door...heen

(12) Nu die nieuwe ringweg er is, hoef je niet meer door de hele stad heen.
(13) Door de eeuwen heen heeft dit volk zijn eigen taal en cultuur gehandhaafd.
(14) Ik kan maar niet door dat boek heen komen.

langs...heen

(15) Plotseling schoot de hond langs me heen.

Opmerking 2

met...mee

(16) We fietsten gelukkig met de wind mee. (= 'voor de wind')

naar...toe

(17) Je moet zelf naar de klanten toe gaan, dan verdien je het meeste.
(18) Ik zie het als een stukje service naar de gebruiker toe.
(19) Het is naar de kiezers toe niet bepaald eerlijk om hierover te zwijgen.

Het gebruik van de voorzetselcombinatie naar...toe in overdrachtelijke zin, zoals in (18) en (19), is niet voor iedereen aanvaardbaar . Er is op zichzelf echter niets tegen. Net als de voorzetseluitdrukking in de richting van geeft het nadrukkelijk een richting aan.
     om...heen

(20) Hij reed helemaal om het plein heen.
(21) Je moet wel om die paal heen rijden, niet ertegenaan!
(22) Om dit feit kun je niet heen.

onder...door

(23) Ze groeven een gang onder de weg door.

onder...langs

(24) De jongens slopen onder de vensterbank langs naar de voordeur.

(van) onder...uit

(25) Ik heb je heus wel gezien: kom maar (van) onder dat bed uit.

op...aan

(26) We gingen weer op huis aan.

op...af

(27) Ze kwam meteen enthousiast op me af.
(28) Je bent op tijd, maar het is op het kantje af.
(29) Die mantel is donkerblauw op zwart/het zwarte af.

op...na

(30) Het dozijn is vol op één na.

op...toe

(31) Ik liep op hem toe.

over...heen

(32) Zijn jas lag over de stoel heen.
(33) De herten kunnen niet over dat schuine hek heen springen.
(34) Hij is eigenlijk nooit over dat verlies heen gekomen.

tegen...aan

(35) Hij reed tegen een lantaarnpaal aan.
(36) Het is niet helemaal groen, het is net tegen groen aan.

tegen...in

(37) We fietsten tegen de wind in.

tegen...op

(38) De klimop groeit tegen het huis op.

tot...(aan)...toe

(39) De auto's stonden tot (aan) het kerkhof toe.
(40) Kun je helemaal tot Amsterdam toe met me meegaan?
(41) Ze zongen tot de morgen (aan) toe.
(42) Tot nu/nog toe heeft ze niet veel van zich laten horen.
(43) Dat heb ik je nou tot vervelens toe proberen uit te leggen.

tussen...door

(44) Hij liep tussen de rijen door.
(45) Ben je zo slank dat je tussen die spijlen door kan?
(46) Tussen twee treinen door ging hij wel eens even in de buurt van het station een boodschap doen.

tussen...in

(47) Anton Koolhaas staat tussen Marie Koenen en Alfred Kossmann in.
(48) Het is iets tussen blauw en groen in, zou ik zeggen.

van...af (aan)

(49) Van het dak af kun je alles prachtig zien.
(50) Van klein kind af (aan) had ze een hekel aan melk.
(51) Iedereen, van de president-commissaris af tot de jongste bediende aan toe, werd door de politie ondervraagd.

Zie ook vanaf .
     van...uit

(52) Van de erker uit kun je net de hoek van de straat zien.
(53) Van jouw standpunt uit heb je volkomen gelijk.

Zie ook vanuit .
     voor...langs

(54) De ijsverkoopster liep voor de eerste rij langs.

voor...om

(55) Je moet niet voor oma om lopen, Keesje.

voor...uit

(56) Jeanine liep voor de optocht uit.


 
3 Verder kunnen veel plaatsaanduidende vooropstaande voorzetsels (soms voorafgegaan door van) gecombineerd worden met het achtergeplaatste voorzetsel vandaan en met weg, vooral in gesproken taal . (Combinaties met weg komen met name in het noorden van Nederland voor.) Enkele voorbeelden:

(57) Die tekening kwam (van) achter de kast weg.   <regionaal>
(58) Zij komt in ieder geval van beneden de Moerdijk vandaan.
(59) Zijn vrouw is bij hem vandaan/weg.
(60) Hij kroop (van) onder het bed vandaan.
(61) Ze haalde nog een paar goede appels tussen het rotte fruit vandaan.
(62) Er kwamen heel wat interessante dingen uit grootvaders kabinet vandaan.
(63) Ga eens van dat rozenpark vandaan/weg, jongens!
(64) Is ze zich aan het opmaken? Dan komt ze voorlopig niet voor de spiegel vandaan.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina