|
|
Laten (permissief)
|
[ 18·5·4·10·ii ]
|
|
Voor de hier beschreven gebruikswijze geldt net als voor het causale
laten dat het verplicht groepsvormend is, dat het verbonden
wordt met een infinitief zonder te en dat het lijdend voorwerp
van de zin geïmpliceerd onderwerp van de infinitief is (vergelijk
i 1).
Laten kan betekenen 'toelaten dat', 'toestaan dat', 'niet
verhinderen dat':
|
(1)
|
Hij liet behoorlijk met zich sollen.
|
|
(2)
|
Als het mooi weer is, laten we de kinderen altijd in de tuin
spelen.
|
|
(3)
|
De leraar liet de leerlingen het werk overmaken.
|
Zinnen met laten zijn op zichzelf beschouwd vaak dubbelzinnig:
zowel de interpretatie 'toelaten' als 'veroorzaken' is mogelijk (vergelijk
wat hierover gezegd is onder i 2). Van de
bovenstaande voorbeelden is alleen (1) praktisch gesproken
ondubbelzinnig ('toelaten'). In (2) zijn beide opvattingen
denkbaar en zullen zelfs context en situatie niet altijd een duidelijke
keuze mogelijk maken. Ervan uitgaande dat de kinderen het in de tuin spelen
leuk, en dat de ouders het gezond vinden, kunnen we zelfs stellen dat
laten hier zowel 'toelaten' als 'maken dat' betekent. In
(3) lijkt de causatieve interpretatie voor de hand te liggen,
maar de situatie dat de leraar 'toestemming' of 'gelegenheid' geeft een
bepaald werk over te maken, is niet ondenkbaar.
Opmerking
|
De infinitief bij laten heeft soms passieve betekenis. Bevat
de zin een door-bepaling dan is de betekenis 'toelaten' nog
duidelijk aanwezig:
|
(i)
|
Ik laat me door jou niet van de wijs brengen. (=
'Ik laat niet toe dat ik door jou van de wijs gebracht word')
|
Zonder door-bepaling kan de betekenis van laten
+ infinitief naderen tot '...kunnen worden':
|
(ii)
|
Ik laat me niet van de wijs brengen. (= 'Ik laat
niet toe dat ik van de wijs gebracht word'/' Ik kan niet van de wijs
gebracht worden')
|
Als de zelfstandigheid die door het onderwerp aangeduid wordt de door de
infinitief uitgedrukte werking niet kan verrichten, maar alleen kan
ondergaan, gaat de betekenis van laten'toelaten' geheel
verloren; dat is het geval in wederkerende verbindingen als:
|
(iii)
|
Gezouten vlees laat zich langer bewaren. (=
'Gezouten vlees kan langer bewaard worden')
<formeel>
|
|
(iv)
|
Die gang van zaken laat zich gemakkelijk verklaren.
(= '...kan gemakkelijk verklaard worden')
<formeel>
|
|
(v)
|
Dat laat zich raden.
<formeel>
|
|
(vi)
|
Deze constructie laat zich niet zonder meer door de
bovengenoemde vervangen. (= '...is niet te vervangen')
<formeel>
|
Zinnen met laten + infinitief in deze betekenis zijn beperkt
in gebruik en behoren tot formele taal.
|
|
|
|
|
|