Ongeleed bijwoord + werkwoord
 
[ 12·2·2·2·ii ]
 
aan-
achter-
af-
bij-
binnen-
boven-
buiten-
door-
heen-
in-
langs-
mee- (mede-)
mis-
na-
neer- (neder-)
om-
onder-
op-
over-
rond-
samen-
tegen-
terecht-
terug-
thuis-
toe-
uit-
verder-
voor-
voort-
weer- (weder-)
weg-

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina