buiten-
 
[ 12·2·2·2·ii·7 ]
 
Het gebruik van buiten bij scheidbare werkwoorden is beperkt tot gevallen als buitenkomen, buitensluiten, buitenstrompelen, buitenwerpen, buitenzetten , waarin het bijwoord een richting of een plaats aanduidt. Het procédé is niet productief. Opmerking 6


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina