op-
 
[ 12·2·2·2·ii·18 ]
 
Naar de betekenis die op kan bijdragen tot die van de scheidbare werkwoorden waarin het optreedt, kunnen de volgende groepen onderscheiden worden.

[1]  De samenkoppeling met op heeft het betekeniselement 'richting'. Meestal betreft het een naar boven gerichte beweging (zoals in oppompen), maar soms wordt een horizontale beweging aangeduid (zoals in opschuiven). Het procédé is productief. Behalve de gegeven voorbeelden oppompen en opschuiven zijn nog te noemen:

opbaggeren, opduwen, opgraven, oprapen, opstaan, optillen.

Voor gevallen als de trap op (lopen) zie (zie ook ).

[2]  Bij de volgende groep is de werking die door het werkwoordelijk deel genoemd wordt, op een doel of resultaat gericht. Tot deze groep zijn te rekenen: opdrogen, opfokken, opleiden, opruimen en andere. Een aantal werkwoorden krijgen als bijkomend betekeniselement 'weg': de zaak waarnaar het object verwijst, verdwijnt onder invloed van de werking die door het werkwoordelijk deel genoemd wordt. In deze betekenis is het procédé productief. Voorbeelden zijn:

opdrinken, opeten, opgebruiken, opknabbelen, opsnoepen, opsouperen.



[3]  In informele taal komen nogal wat werkwoorden voor die een 'zich verwijderen' aanduiden. Vaak verschijnen deze in imperatiefvorm (bijv. (60)) of als infinitief die afhankelijk is van een groepsvormend werkwoord (zie bijv. (61)). Tot dit type behoren opdonderen, opkrassen, oplazeren, oprotten , en andere.

(60) Donder op!   <informeel>
(61) Ik denk dat ik maar eens ga opkrassen.   <informeel>



[4]  Op betekent 'bijeen' in ophopen, oprollen, opslaan en optellen . Het procédé is niet productief.

[5]  De samenstelling met op duidt een 'aansporing' aan in: opjutten, oppoken, oprakelen en opstoken . Dit procédé is niet productief.

[6]  De samenstelling met op bevat het betekeniselement 'te voorschijn', in: opbrengen, opeisen, opvragen en opzoeken . Het procédé is niet productief.

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina