|
[1]
De betekenis is 'het verrichten van de werking die door het werkwoordelijk
deel genoemd wordt, in de richting van of ten gunste van iets of iemand'.
Dit procédé is productief. Voorbeelden zijn:
toeademen,
toeblaffen,
toebrullen,
(iemand iets) toegooien,
toelopen,
toeroepen,
toesissen,
toesturen.
Bij deze groep sluiten zich ook
toegeven en
toestaan aan.
Vergelijk verder met het
meer formele
tegen-
en met tegemoet-, dat echter alleen gecombineerd kan
worden met werkwoorden die een wijze van voortbewegen noemen (
tegemoetlopen en dergelijke).
[2]
De betekenis is 'het verrichten van de werking uitgedrukt door het tweede
lid van de samenkoppeling zodat het voorwerp van de handeling dicht is'.
Het procédé is productief, maar ondervindt concurrentie van vormingen met
dicht-
. De voorkeur voor één van deze beide procédés is niet in alle delen
van het taalgebied dezelfde: er is een duidelijke voorkeur voor
toe- in België, dicht- heeft de voorkeur in
Nederland, vooral in de noordelijke provincies. Voorbeelden van vormingen
met toe- als eerste lid zijn:
toebinden,
toedraaien,
toegooien,
toehouden,
toeknijpen,
toeplakken,
toeslaan,
toestoppen.
|