voort-
 
[ 12·2·2·2·ii·30 ]
 
Het bijwoord voort geeft in scheidbare werkwoorden aan dat de werking die door het werkwoordelijke deel wordt genoemd, blijft duren. Vaak is een bijkomend betekeniselement van '(in de goede) richting' aanwezig. Het procédé is productief. Voorbeelden zijn:

voortbestaan, voortdrijven, voorthelpen, voortploegen, voortploeteren, voortrijden, voortzetten.

Naast de vormingen met voort- komen ook in betekenis verwante vormingen met door- voor . Zo kent het Nederlands naast voortgaan ook doorgaan. De vormingen met voort- zijn over het algemeen formeler dan die met door- of die met verder- .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina