|
|
' r, bezittelijk voornaamwoord
05/05/07/01
|
' r, persoonlijk voornaamwoord
05/02/05/01
|
-r, in de vergrotende trap
06/04/03/01/01
|
raden, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
raken (geraken), groepsvormend werkwoord
18/05/08
|
raken ('worden')
20/01/03/02
|
re-, voorvoegsel, werkwoord met re-
12/02/01/03/05
|
rechter(-), substantief met rechter(-)
12/03/02/04/03
|
rechter, onverbuigbaar adjectief
06/04/01/01/01
|
repletief er
zoek bij:
presentatief er
|
respectief of respectievelijk?
06/03/01/05
|
reuze(-)
12/04/03/02
|
reuze(-), adjectief met reuze(-)
12/04/03/02
|
richting, voorzetsel
09/03/02
|
rieken, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
rijden, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
rijgen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
-rijk, in samenstelling, adjectief op -rijk
12/04/03/02
|
rijten, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
rijzen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
ringrijden, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
(-)rit, substantief op basis van werkwoord
12/03/01/02/02/03
|
roepen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
rond-, in samenstelling, werkwoord met rond-
12/02/02/02/02/20
|
rond, achtergeplaatst voorzetsel
09/03/03
|
rond, voorzetsel
09/03/02
|
rondom, voorzetsel
09/03/02
|
ruiken, (waarnemingswerkwoord) groepsvormend werkwoord met infinitief als aanvulling
18/05/04/08
18/05/08
|
ruiken, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|