|
|
Vorming van de trappen van vergelijking
|
[ 6·4·3·1·i ]
|
1 |
Een belangrijk kenmerk van adjectieven is het vermogen tot comparatie, dat
wil zeggen de mogelijkheid tot het vormen van trappen van
vergelijking. Op basis van de onverbogen vorm van het adjectief, die
men aanduidt als de stellende trap of de
positief, vormt men in het algemeen door middel van de toevoeging van
-er de vergrotende trap
(comparatief) en door middel van de toevoeging van
-st de overtreffende trap
(superlatief). Met voorbeelden geïllustreerd:
aardig |
- |
aardiger |
- |
aardigst |
lelijk |
- |
lelijker |
- |
lelijkst |
drukkend |
- |
drukkender |
- |
drukkendst |
wonderbaarlijk |
- |
wonderbaarlijker |
- |
wonderbaarlijkst |
goedkoop |
- |
goedkoper |
- |
goedkoopst |
suf |
- |
suffer |
- |
sufst |
doof |
- |
dover |
- |
doofst |
Soms treedt er een medeklinkerwisseling stemloos/stemhebbend (bijv.
doof - dover) op, net
als bij de verbuiging
. Adjectieven die op -r eindigen, krijgen in de
vergrotende trap -der (met tussengevoegde
d), bijv.:
dor |
- |
dorder |
duur |
- |
duurder |
zuur |
- |
zuurder |
sober |
- |
soberder |
Adjectieven die op een -e (sjwa) eindigen, krijgen in de
vergrotende trap alleen een -r doordat
reductie tot één sjwa optreedt, bijv.:
stupide - stupider
Aparte gevallen zijn de archaïsche vormen
blijde en moede
:
blijde |
- |
blijder |
- |
meest blij |
moede |
- |
moeder |
- |
meest moe |
In hedendaags Nederlands wordt blij en moe
gebruikt, waarnaast regelmatige trappen van vergelijking gevormd worden:
blij |
- |
blijer |
- |
blijst
<
informeel
> /meest
blij
|
moe |
- |
moeër
<
informeel
> /meer moe
|
- |
moest
<
informeel
> /meest
moe
|
Opmerking 1
|
In de
geschreven taal
gebruikt men in plaats van meer moe en meest
moe liever de trappen van vergelijking van vermoeid.
|
|
De overtreffende trap van adjectieven die op een sisklank eindigen
(geschreven -s of -sch), wordt gevormd door
toevoeging van -t bij reductie van de -s-
, bijv.:
grijs |
- |
grijst |
wijs |
- |
wijst |
vers |
- |
verst |
komisch |
- |
komischt |
Onregelmatig gevormd zijn de volgende trappen van vergelijking:
goed |
- |
beter |
- |
best |
kwaad ('erg')
|
- |
erger |
- |
ergst |
maar regelmatig is:
kwaad ('boos') - kwader -
kwaadst
Opmerking 2
|
Ook van de onbepaalde telwoorden veel en weinig
worden onregelmatige trappen van vergelijking gevormd
.
|
|
Opmerking 3
|
Bijzondere gevallen vormen samengestelde adjectieven met
als tweede lid een deelwoord of een pseudo-deelwoord
. Voor zover trappen van vergelijking hierbij in de praktijk
gebruikelijk zijn, kan de vorming ervan van geval tot geval verschillen.
Regels hiervoor zijn niet te geven.
Alleen het eerste lid krijgt vormveranderingen in gevallen als:
dichtbevolkt - dichter bevolkt -
dichtstbevolkt (gewoonlijk in één woord);
drukbevaren - drukker bevaren - drukst
bevaren/drukstbevaren;
drukbezocht - drukker bezocht -
drukstbezocht (gewoonlijk in één woord);
hooggelegen - hoger gelegen -
hoogstgelegen (gewoonlijk in één woord);
hooggeplaatst - hoger geplaatst - hoogst
geplaatst/hoogstgeplaatst.
De aldus gevormde vergrotende trappen worden altijd in twee woorden
geschreven, de overtreffende trappen soms in één woord, soms in twee
woorden.
In andere gevallen worden van de samenstelling als geheel trappen van
vergelijking gevormd (soms met een nevenvorm die volgens het
eerstgenoemde procédé gevormd is); de overtreffende trap wordt veelal
omschreven. Voorbeelden:
diepgaand - diepgaander (of: dieper
gaand (in twee woorden)) - meest diepgaand (of:
diepst gaand (in twee woorden), of:
diepgaandst);
diepgravend - diepgravender (of: dieper
gravend (in twee woorden)) - meest diepgravend (of:
diepst gravend (in twee woorden));
hoogdravend - hoogdravender -
hoogdravendst;
ruimdenkend - ruimdenkender -
ruimdenkendst;
veeleisend - veeleisender - meest
veeleisend (of: veeleisendst);
veelomvattend - veelomvattender of: meer
omvattend) - meest omvattend (of:
veelomvattendst);
veelzeggend - veelzeggender -
veelzeggendst;
vergezocht - vergezochter (of:
verdergezocht) - meest vergezocht;
vérstrekkend - verstrekkender (of: verder
strekkend) - verstrekkendst (of: verst
strekkend (in twee woorden));
welsprekend - welsprekender - meest
welsprekend.
|
|
De vergrotende en de overtreffende trappen van de adjectieven bezitten
voorts dezelfde gecombineerd syntactische en morfologische mogelijkheden
als de grondwoorden: ze kunnen namelijk eveneens verbonden worden met
substantieven of equivalenten daarvan en krijgen dan soms een
buigings-e
en ze kunnen, met uitzondering van de vormen van de overtreffende trap,
ook een buigings-s krijgen, bijv. respectievelijk
een grotere man,
vollere kisten,
iets mooiers
.
|
|
2 |
Geïsoleerde overtreffende trappen zijn verder nog:
bovenste,
onderste,
middelste,
uiterste,
opperste,
voorste,
achterste,
laatste,
benedenste,
binnenste,
buitenste,
naaste,
minste
, bijv. in:
in uiterste nood,
de binnenste wand,
de naaste toekomst,
(de weg van) het minste kwaad.
Het betreft reeksaanduidingen en dergelijke
.
|
|
|
|