Bijzondere vormen van nevenschikking
 
[ 24·4·4 ]
 
1 Er zijn verschillende vormen van nevenschikking. In is onderscheid gemaakt tussen distributieve en collectieve nevenschikkingen. Een van de verschillen tussen deze twee vormen van nevenschikking is dat de eerste wel en de tweede geen samentrekking toelaat.
     Zo is de nevenschikking van woorden in (1a) (een distributieve nevenschikking die we 'gewone aaneenschakeling' noemen; zie ) samen te trekken tot (1b), maar die in (2a) (een collectieve nevenschikking die 'additieve aaneenschakeling' genoemd wordt; zie ) niet tot (2b):

(1a) Opmerkingen en aanmerkingen zijn er natuurlijk altijd.
(1b) Op- en aanmerkingen zijn er natuurlijk altijd.
(2a) Zeventien en dertien is dertig.
(2b) Zeven- en dertien is dertig.   <<uitgesloten>>

Maar ook in nevenschikkingen die niet als collectief te interpreteren zijn, is samentrekking soms onmogelijk. Zo is de nevenschikking van zinnen in (3a) (een 'rangschikkende aaneenschakeling met en; zie ) samen te trekken tot (3b), en die in (4a) (een 'distantiërende tegenstelling' met maar; zie ) tot (4b), maar die in (5a) (met want; zie ) niet tot (5b):

(3a) Hij was schuldig en hij werd gestraft.
(3b) Hij was schuldig en (-) werd gestraft.
(4a) Hij was schuldig maar hij werd niet gestraft.
(4b) Hij was schuldig maar (-) werd niet gestraft.
(5a) Hij was blijkbaar onschuldig want hij werd niet gestraft.
(5b) Hij was blijkbaar onschuldig want (-) werd niet gestraft.   <<uitgesloten>>

Omdat het kunnen voorkomen van samentrekking in nevenschikkingen als regel, en het tegendeel als uitzondering beschouwd kan worden, noemen we de vormen van nevenschikking die geen samentrekking toelaten, 'bijzondere vormen van nevenschikking'.
 
2 Ook in de zogenaamde balansschikking (zie ) is geen samentrekking mogelijk. Zo is (6b) naast (6a) niet mogelijk; wel (7b) naast (7a) en (8b) naast (8a):

(6a) Nauwelijks was hij thuisgekomen of hij belde zijn moeder op.
(6b) Nauwelijks was hij thuisgekomen of (-) belde zijn moeder op.   <<uitgesloten>>
(7a) Hij kwam thuis en hij belde meteen zijn moeder op.
(7b) Hij kwam thuis en (-) belde meteen zijn moeder op.
(8a) Ik hoorde dat hij thuiskwam en dat hij meteen zijn moeder opbelde.
(8b) Ik hoorde dat hij thuiskwam en (-) (-) meteen zijn moeder opbelde.

Er zijn argumenten om de balansschikking als een vorm van onderschikking te beschouwen, of als een tussenvorm tussen onder- en nevenschikking. In dit boek rekenen we de balansschikking tot de nevenschikking; om de zojuist genoemde reden tot de bijzondere vormen daarvan.De bijzondere vormen van nevenschikking worden behandeld in ; de gewone vormen van nevenschikking in .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina