Gewone vormen van nevenschikking
 
[ 25 ]
 
Nevenschikking met het voegwoord en (conjunctie)
Nevenschikking met de voegwoorden alsmede en alsook
Nevenschikking met het voegwoord noch
Nevenschikking met het voegwoord of (disjunctie)
Nevenschikking met het voegwoord ofwel (dan wel, dan)
Nevenschikking met het voegwoord maar (doch)
Nevenschikking met de reeksvormer en-en
Nevenschikking met de reeksvormer noch-noch
Nevenschikking met de reeksvormers of-of en ofwel-ofwel
Nevenschikking met de reeksvormer hetzij-hetzij (hetzij-of)
Nevenschikking met de reeksvormer zowel-als
Nevenschikking met de reeksvormers evenmin-als en zominals
Nevenschikking zonder verbindingswoord (asyndeton)

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina