|
|
Additieve aaneenschakeling
|
[ 26·1·1·4 ]
|
|
De additieve aaneenschakeling is een aaneenschakeling van hoofdtelwoorden
zoals we die vinden in een optelsom. In deze constructies kan
plus als alternatief voor en gebruikt worden.
Voorbeelden:
|
(1)
|
Eén en één is twee.
|
|
(2)
|
Zeventien plus vijf is tweeëntwintig.
|
|
(3)
|
Zes en twee is gelijk aan acht.
|
Deze aaneenschakelingen zijn collectieve nevenschikkingen: de som van de
leden is het rekenkundige totaal dat in het naamwoordelijk deel van het
gezegde wordt genoemd.
|
|
|
|