|
|
Deelwoorden en adjectieven
|
[ 6·2·3 ]
|
1 |
Het bestand van de adjectieven kan nog aanzienlijk worden uitgebreid met
tegenwoordige en voltooide of passieve deelwoorden, die op dezelfde wijze
als adjectieven gebruikt kunnen worden
. Voorbeelden van als adjectief gebruikte deelwoorden zijn:
het spelende kind,
een vertrekkende trein,
de getypte tekst,
een voorgelezen verklaring,
de aangekondigde maatregelen,
de verwerkte informatie,
de binnengekomen stukken.
Dergelijke als adjectief gebruikte deelwoorden hebben een duidelijk
werkwoordelijk aspect.
|
|
2 |
Wordt met het deelwoord echter een bepaalde typerende eigenschap of
toestand van de ermee verbonden zelfstandigheid aangeduid (soms als
resultaat van de genoemde werking), dan ontstaat een overgang naar
zogenaamde deverbatieve, dat wil zeggen van deelwoorden
afgeleide, adjectieven. Vergelijk bijv. de eerste twee voorbeelden uit de
reeks hierboven met:
een staande klok,
het reizend toneelgezelschap,
hangende tuinen,
stromend water.
Elk kind dat speelt is een spelend kind, maar niet elke
klok die toevallig ergens staat is ook een staande klok,
enz.
Voorbeelden van adjectieven die van voltooide of passieve deelwoorden zijn
afgeleid, zijn:
gebonden (= 'met een band erom' of 'dik'),
overleden (= 'dood') en
uitgehongerd (= 'door/van honger uitgeput of omgekomen') in
respectievelijk de constituenten:
een gebonden boek,
gebonden soep,
onze overleden medeparochianen,
de door de jarenlange strijd uitgehongerde bevolking.
Vergelijk in dit verband het gebruik van het deelwoord gesloten
in (1a) en dat van het deverbatieve adjectief
gesloten (= 'dicht') in (1b):
|
(1a)
|
(De burgemeester liet de club wegens geluidsoverlast sluiten.) De door de
burgemeester gesloten club was al lang een doorn in het oog van
heel wat buurtbewoners.
|
|
(1b)
|
Op zaterdag stonden de vaste bezoekers dan ook voor gesloten
deuren.
|
Er is een syntactisch verschil tussen voltooide of passieve deelwoorden
enerzijds en (deverbatieve) adjectieven in een naamwoordelijk gezegde
anderzijds
.
|
|
3 |
Bij de zojuist genoemde groep kunnen zich overgangsgevallen voordoen in de
richting van 'echte' adjectieven, die enkel in vorm met een deelwoord
overeenkomen, maar een afwijkende, overdrachtelijke betekenis hebben.
Vergelijk bijv. gevallen als
overdreven (= 'al te/onredelijk groot') en
gekleurd (= 'tendentieus') zoals in
zijn overdreven afkeer van Hegels filosofie
,
een wel zeer gekleurde berichtgeving
met adjectieven zoals die in de volgende naamwoordelijke constituenten:
een erg gesloten karakter (= 'zich weinig of niet
uitend'),
een geslepen kerel (= 'listig'),
een ingewikkeld verhaal (= 'moeilijk'),
een opgeruimd iemand (= 'vrolijk'),
een onderworpen iemand (= 'gedwee, onderdanig'),
de uitgehongerde wandelaars (= 'zeer hongerig').
Voorbeelden van met tegenwoordige deelwoorden te vergelijken adjectieven
zijn onder meer
bindend (= 'vast'),
overtuigend (= 'geschikt om te overtuigen') en
sprekend (= 'duidelijk, klaar'), respectievelijk in de
naamwoordelijke constituenten
een bindende afspraak
,
een overtuigend bewijs
en
een sprekend bewijs
. Een aantal van dergelijke adjectieven vertoont bovendien een verschil in
accentuering met de ermee corresponderende scheidbare werkwoorden. Terwijl
deze werkwoorden het accent vooraan hebben, dragen de adjectieven het
accent op de tweede lettergreep. Vergelijk bijv. de werkwoorden
áánhouden,
nádenken,
ópvliegen,
ópwinden,
uítmunten,
uítsteken en
vóórtvaren
met de adjectieven
aanhóudend,
nadénkend,
opvliégend,
opwíndend,
uitmúntend,
uitstékend en
voortvárend
. Met tegenwoordige deelwoorden overeenkomende adjectieven verschillen
verder van hun werkwoordelijke pendanten doordat ze gebruikt kunnen worden
als deel van een naamwoordelijk gezegde
, bijv.:
|
(2)
|
De afspraak is bindend.
|
|
(3)
|
Hij is opvliegend.
|
Tegenwoordige deelwoorden kennen deze mogelijkheid niet. Uitgesloten is dan
ook bijv.:
|
(4)
|
Het kind is spelend.
<<uitgesloten>>
|
tenzij in bijzondere gevallen als:
|
(5)
|
Het onderzoek is gaande.
|
|
(6)
|
Het verzet blijft groeiende.
|
waarin het deelwoord meestal de vorm op -de heeft en waarin er
sprake is van een duratieve of inchoatieve betekenis
. Adjectieven als bindend, opvliégend enz.
kennen deze laatste mogelijkheid juist weer niet.
|
|
4 |
Een algemeen verschil tussen deelwoorden en daarvan afgeleide of erop
lijkende adjectieven is dat de eerste niet voor graduering in aanmerking
komen - uitgesloten is dus
een erg spelend kind
en dergelijke - terwijl de adjectieven, voorzover ze geen absolute
betekenis hebben zoals onder meer gesloten ('dicht'), deze
mogelijkheid wel kennen.
|
|
|
|