Bijzonderheden over het gebruik van zelfstandig deze/die - dit/dat
 
[ 5·6·3·3 ]
 
Aanwijzend en persoonlijk voornaamwoord
Voorzetsel + aanwijzend voornaamwoord
Vooruitwijzend deze en dit
De steunpronomina die en dat
Vervangend die en dat
Verwijzingsmogelijkheden van dat (en dit)
Expressief dat

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina