Expressief dat
 
[ 5·6·3·3·7 ]
 
Vooral in gesproken taal kan dat naar één of meer personen verwijzen met negatieve gevoelswaarde. Voorbeelden:

(21) Dat zit hier maar de hele dag met z'n duimen te draaien alsof ie niks beters te doen heeft!
(22) Nederlandse toneelspelers zijn waardeloos. Dat kan niet praten, dat kan zich niet bewegen...

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina