|
|
Expressief die/dat
|
[ 5·6·3·2·3 ]
|
|
Vooral bij persoonsnamen kan die/dat een bepaalde
gevoelswaarde hebben, die meestal min of meer negatief is. Dit is met name
het geval als die/dat gecombineerd met een nabepaling
bestaande uit van en een persoonlijk voornaamwoord, gebruikt
wordt in plaats van een bezittelijk voornaamwoord (
je vriend - die vriend van je;
ons zoontje - dat zoontje van ons
). Voorbeelden:
|
(9)
|
Die vriend van je heeft tot nog toe niet veel
gepresteerd.
|
|
(10)
|
Dat zoontje van ons heeft weer een rommel gemaakt!
|
|
|
|
|