Vervangend die en dat
 
[ 5·6·3·3·5 ]
 
In combinatie met een voorzetselconstituent als nabepaling worden die en dat (in de standaardtaal nooit deze en dit) gebruikt ter vervanging van een substantief dat (kernwoord van het) antecedent is. De voornaamwoorden zijn onbeklemtoond en hebben geen aanwijzende functie: als het substantief wordt herhaald, wordt het voorafgegaan door een lidwoord. Vergelijk:

(16a) Jouw voorstel lijkt me beter dan dat van Paul.
(16b) Jouw voorstel lijkt me beter dan het voorstel van Paul.

Een ander voorbeeld, met tweemaal hetzelfde verschijnsel:

(17) Mevrouw, mijn man z'n baard is langer dan die van die van u.

Regionaal (met name in Belgisch Nederlands) kan in plaats van die ook deze vervangend gebruikt worden, bijv.:

(18) De verzameling kunstwerken van het stedelijk museum telt zeshonderd schilderijen en beelden, deze van het provinciaal museum honderd meer.   <regionaal>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina