Werkwoorden met aan het + infinitief als aanvulling
 
[ 18·5·5 ]
 
Inleiding
Zijn en blijken, lijken, schijnen
Blijven
Gaan, raken, slaan
Brengen, maken, krijgen, zetten; hebben, houden
Horen, zien, vinden

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina