Andere werkwoorden
 
[ 18·5·4·25 ]
 
In is gezegd dat niet-groepsvormende werkwoorden in deze paragraaf alleen aan de orde komen als het betrokken werkwoord óók groepsvormend gebruikt kan worden. In de voorafgaande subparagrafen is gebleken dat het al dan niet groepsvormend karakter van een werkwoord kan samenhangen met het voorkomen van een infinitief met of zonder te (zie bijv. helpen en leren in ), of met het gebruik in onvoltooide of voltooide tijden (zie bijv. en ). In de laatstgenoemde subparagrafen is ook vermeld dat de mogelijkheden om werkwoorden in voltooide tijden groepsvormend te gebruiken, niet voor alle Nederlandstaligen dezelfde zijn.
     Deze onzekerheid in het taalgebruik strekt zich ook uit tot de mogelijkheid van groepsvormende constructies in het algemeen. Er zijn nog meer werkwoorden die wel eens groepsvormend gebruikt worden, dan de in de voorafgaande subparagrafen behandelde. Enkele voorbeelden zijn de synoniemen bevelen/gebieden/gelasten, het tegengestelde daarvan, verbieden, en de werkwoorden verklaren en vragen. Voor sommigen aanvaardbare zinnen, met groepsvormend gebruik van de genoemde werkwoorden, zijn bijv.:

(1a) Toen de generaal het vuren beval te staken, waren er al honderden slachtoffers.
(2a) Hoewel ik ze die bloemen verboden had af te plukken, stonden ze gisteren toch in een vaas op tafel.
(3a) Toen de afgevaardigde de vergadering verklaarde te zullen verlaten, ontstond er rumoer in de zaal.
(4a) Zelfs als ik hem het raam vraag dicht te doen, reageert hij niet.

Vergelijk hiermee de niet-groepsvormende pendanten:

(1b) Toen de generaal beval het vuren te staken, waren er al honderden slachtoffers.
(2b) Hoewel ik ze verboden had die bloemen af te plukken, stonden ze gisteren toch in een vaas op tafel.
(3b) Toen de afgevaardigde verklaarde de vergadering te zullen verlaten, ontstond er rumoer in de zaal.
(4b) Zelfs als ik hem vraag het raam dicht te doen, reageert hij niet.

Groepsvorming lijkt moeilijker in voltooide tijden dan in onvoltooide. Voorzover groepsvormend gebruik in voltooide tijden voorkomt, treedt er geen vervangende infinitief, maar een voltooid deelwoord op, zoals uit (2a) moge blijken.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina