|
|
Zelfstandige zinnen
|
[ 21·2·4·2 ]
|
1 |
Hoewel een achter-pv in het Nederlands de typische volgorde voor
afhankelijke zinnen is, worden ook enkele zelfstandig functionerende zinnen
met de bijzinsvolgorde geconstrueerd. Het betreft met name een aantal
zinnen die door dat of of ingeleid worden.
|
[a]
De vorm van een dat
-zin hebben:
|
·
wenszinnen zoals:
|
(1)
|
|Dat| het je goed |mag gaan!|
|
|
(2a)
|
|Dat| hij nu maar vlug |komt! |
<regionaal>
|
Vergelijk met zinstype 1a (zie
) en zinstype 1b (zie
). In plaats van een zin als (2a), die vooral in
Belgisch Nederlands gebruikelijk is, wordt in de standaardtaal gebruikt:
|
(2b)
|
|Als| hij nu maar vlug |komt! |
|
·
uitroepende zinnen die een emotie van de spreker (zoals verontwaardiging,
geïrriteerdheid, teleurstelling en dergelijke meer) te kennen geven;
voorbeelden hiervan zijn:
|
(3)
|
|Dat| hij daar nú pas aan |gedacht heeft! |
|
|
(4)
|
|Dat| je zoiets |kunt zeggen!|
|
|
(5)
|
|Dat| hij dat allemaal maar |verdragen heeft! |
|
|
(6)
|
(Hij verkeert al heel lang in moeilijkheden.) |Dat| hij daar nooit iets
van |heeft laten merken!|
|
Hiermee te vergelijken zijn de typisch Nederlandse uitroepende
constructies met een sterk beklemtoonde constituent, gevolgd door een
dat-zin, bijv.:
|
(7)
|
(Wárm) |dat| het daar |was! |
|
|
(8)
|
(Líegen) |dat| hij |doet/kan! |
|
|
(9)
|
(Stómmeling) |dat| je |bent! |
|
Deze gevallen worden besproken in
en
. Een zin als de volgende onderscheidt zich van dit type doordat het
element aan het begin niet beklemtoond wordt:
|
(10)
|
(Niet) |dat| ik |weet. |
|
|
[b]
De vorm van een of
-zin hebben uitroepende zinnen van het volgende soort:
|
(11)
|
|Óf| zij het prettig |vindt | om naar Londen te gaan! (En of!)
(= 'ze vindt het heel prettig om...')
|
|
(12)
|
|Óf| ik het |weet|! (= 'ik weet het natuurlijk')
|
Het voegwoord of wordt beklemtoond.
|
|
|
2 |
Dan zijn er nog correlatieve samengestelde zinnen met als constructie
'hoe + vergrotende trap (...), hoe + vergrotende
trap (...)', waarvan de beide leden, afhankelijke zin én rompzin, tot het
type met achter-pv behoren. Naar de betekenis is altijd de eerste zin met
hoe de afhankelijke zin. Deze is in de voorbeelden tussen
haakjes geplaatst.
|
(13a)
|
(Hoe ouder hij werd, ) |hoe gieriger| hij ook |werd. | (=
'naarmate hij ouder werd, werd hij ook gieriger.')
|
|
(14a)
|
(Hoe langer ik erover denk, ) |hoe dwazer| de hele onderneming me
voor|komt. | (= 'naarmate ik er langer over denk,
komt de hele onderneming me dwazer voor')
|
Deze samengestelde zinnen kunnen ook vergeleken worden met de analoge
correlatieve constructie 'hoe + vergrotende trap (...),
des te + vergrotende trap (...)'; het tweede gedeelte kan
nu hoofdzinsvolgorde (zinstype 1a met voor-pv) krijgen (vergelijk
), bijv.:
|
(13b)
|
(Hoe ouder hij werd, ) des te gieriger |werd| hij ook.
(zinstype 1a)
|
|
(14b)
|
(Hoe langer ik erover denk, ) des te dwazer |komt| de hele
onderneming me voor. (zinstype 1a)
|
|
|
|
|