Voegwoorden van verhouding: naargelang, naarmate; hoe (...hoe), hoe (...des te)
 
[ 10·3·13 ]
 
1 De voegwoorden naargelang (dat door al voorafgegaan kan worden) en naarmate leiden bijwoordelijke bijzinnen in. Voorbeelden:

(1) Naargelang hij ouder werd, werd hij bezadigder.
(2) We horen de ene of de andere klank, (al) naargelang het woord met of zonder klemtoon wordt uitgesproken.
(3) De dagen lengen naarmate de nachten korten.
(4) Dit materiaal zet uit naarmate het verhit wordt.


 
2 Bij hoe...hoe en hoe...des te volgt na beide leden van deze combinaties een adjectief of bijwoord in comparatiefvorm. Als deze combinaties zinnen verbinden, is de eerste zin een bijwoordelijke bijzin, de tweede een rompzin. Na des te heeft deze rompzin bij voorkeur voor-pv met inversie (zie (5a) en (6a)), maar achter-pv komt ook voor (zie (5b) en (6b)). Na hoe heeft de rompzin bij voorkeur achter-pv (zie (7a) en (8a)), maar voor-pv is niet uitgesloten (zie (7b) en (8b)). Voorbeelden:

(5a) Hoe verder men in deze streek komt, des te woester wordt het landschap geleidelijk aan.
(5b) Hoe verder men in deze streek komt, des te woester het landschap geleidelijk aan wordt.
(6a) Hoe langer ik ernaar kijk, des te mooier ga ik het vinden.
(6b) Hoe langer ik ernaar kijk, des te mooier ik het ga vinden.
(7a) Hoe langer ik ernaar kijk, hoe mooier ik het ga vinden.
(7b) Hoe langer ik ernaar kijk, hoe mooier ga ik het vinden.
(8a) Hoe minder ik drink, hoe beter ik me voel.
(8b) Hoe minder ik drink, hoe beter voel ik me.

Van deze combinaties kan vooral hoe...hoe ook alleen twee adjectieven of bijwoorden in comparatiefvorm verbinden, of twee naamwoordelijke constituenten die elk een dergelijk adjectief of bijwoord bevatten. Ook met hoe...des te komt dit wel voor, maar verbindingen die het karakter van een vaste uitdrukking hebben (zoals (9) en (10)), bevatten altijd hoe... hoe. Voorbeelden:

(9) Hoe ouder, hoe gekker.
(10) Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
(11a) Hoe verser, hoe lekkerder.
(11b) Hoe verser, des te lekkerder.
(12a) Hoe groter huis, hoe meer rommel.
(12b) Hoe groter huis, des te meer rommel.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina