|
|
Voornaamwoorden en equivalenten
|
[ 14·4·3·2 ]
|
|
Een substantief kan in plaats van met een lidwoord ook gecombineerd worden
met een bijvoeglijk voornaamwoord. Bijvoeglijke voornaamwoorden hebben
ongeveer dezelfde functie als de lidwoorden. Ze kunnen ook in dezelfde
positie voorkomen.
Het genus en het getal veroorzaken vormverschillen bij de voornaamwoorden,
zoals deze/dit, die/dat, en dergelijke. Zie
hiervoor .
De bijvoeglijke voornaamwoorden of equivalenten ervan die in de tweede
positie kunnen staan, behoren tot één van de volgende vier categorieën:
|
[1]
bezittelijke voornaamwoorden (deze worden behandeld in
), bijv.:
|
(1)
|
mijn broek
|
|
(2)
|
onze tuin
|
|
(3)
|
ons huis
|
[2]
aanwijzende voornaamwoorden (zie
), bijv.:
|
(4)
|
deze bloem
|
|
(5)
|
dit potlood
|
|
(6)
|
die krant
|
|
(7)
|
dat geraamte
|
|
(8)
|
zo'n kind
|
|
(9)
|
zulke mooie doosjes
|
In plaats van zulk(e) kan men in informele taal ook
van + die (of een andere
aanwijzend (voornaam)woord) gebruiken (zie
). Vergelijk in (10) en (11) de
(a) - en (b) -voorbeelden met elkaar:
|
(10a)
|
Hij gaat altijd met zulke rare mensen om.
|
|
(10b)
|
Hij gaat altijd met van die rare mensen om.
<informeel>
|
|
(11a)
|
Bea eet zulke Brusselse wafels altijd met suiker.
|
|
(11b)
|
Bea eet van die Brusselse wafels altijd met suiker.
<informeel>
|
Na werkwoorden met het vaste voorzetsel van (bijv.
houden van) is in informeel taalgebruik theoretisch een
opeenvolging van tweemaal van mogelijk, maar dit wordt in de
praktijk vermeden, bijv.:
|
(12)
|
Ik houd niet van van die zoete appels. (= 'van zulke appels')
<informeel>
|
Opmerking
|
Een naamwoordelijke constituent met van die als
determinator lijkt erg op een voorzetselconstituent die wordt ingeleid
door van die, zoals in het onderstaande voorbeeld:
|
(i)
|
Bea heeft gesmuld van die Brusselse wafels.
|
Dit heeft tot gevolg dat zinnen waarin beide constructies op dezelfde
plaats kunnen voorkomen, zoals zin (ii), dubbelzinnig
zijn:
|
(ii)
|
Bea at van die Brusselse wafels.
|
Zin (ii) kan een betekenis hebben die kan worden
weergegeven als 'Bea at Brusselse wafels, weet je wel'. Van
die is hier de determinator van de naamwoordelijke constituent
van die Brusselse wafels. In deze betekenis zou men ook
zulke kunnen gebruiken. Zin (ii) kan ook een
betekenis hebben die kan worden weergegeven met 'Bea at van een bepaalde
verzameling wafels'. In die betekenis hebben we te maken met een
voorzetselconstituent van die Brusselse wafels.
|
|
Verwantschap met zulk(e) vertonen ook de woorden
dergelijk(e), soortgelijk(e),
dusdanig(e) en zodanig(e), die samen met een
lidwoord kunnen optreden (zie hiervoor
). De genoemde woorden worden behandeld in
.
[3]
vragende voornaamwoorden (zie
), bijv.:
|
(13)
|
welke boom?
|
|
(14)
|
welk gerecht?
|
|
(15)
|
welk'dat' (bedoel je)?
|
[4]
betrekkelijke voornaamwoorden (zie
), bijv.:
|
(16)
|
(Pietje Bell, ) welke aardige serie (ik met genoegen gelezen
heb (...).)
|
|
|
|
|
|