|
|
Dergelijk(e), soortgelijk(e),
dusdanig(e), zodanig(e)
|
[ 5·6·8·1 ]
|
|
De woorden dergelijk(e), soortgelijk(e),
dusdanig(e) en zodanig(e) vertonen in betekenis
veel overeenkomst met zulk(e). Ze onderscheiden zich echter
syntactisch van aanwijzende voornaamwoorden doordat ze in het enkelvoud
voorafgegaan worden door het onbepaalde lidwoord een.
Voorbeelden:
|
(1)
|
Er was een zodanige/dusdanige opstopping ontstaan dat er geen
auto meer door kon.
<formeel>
|
|
(2)
|
Een dergelijke/soortgelijke chaos had zich trouwens al eerder
voorgedaan.
|
Evenals de adjectieven hebben deze vier woorden buigingsvormen op
-e (vergelijk
) en op -s (vergelijk
):
een zodanige beslissing
een dusdanig besluit
iets dergelijks
niets soortgelijks
In dergelijk wordt de ij meestal (strikt genomen
ten onrechte) als sjwa uitgesproken, in de
archaïsche nevenvorm
diergelijk(e) altijd als ij,
evenals in soortgelijk(e).
De vier hier besproken woorden worden alleen niet-zelfstandig gebruikt,
afgezien van de vaste uitdrukking en dergelijke
(geschreven meestal afgekort als e.d.).
De woorden dergelijk(e) en soortgelijk(e) zijn op
dezelfde wijze te gebruiken als ze terugwijzen of buitentekstelijk
verwijzen (zie voorbeeld (2), dat op beide manieren opgevat
kan worden, namelijk uitgesproken na (1), of op zichzelf
staand). Bij vooruitwijzend gebruik kunnen zowel dergelijk(e)
als soortgelijk(e) gevolgd worden door een bijwoordelijke
bepaling of bijzin van vergelijking; alleen dergelijk(e) ook
door een bijzin van graadaanduidend gevolg. Vergelijk:
|
(3a)
|
Dergelijke beslissingen als die over de btw
-tarieven in de horecasector, zijn tot nog toe uitgebleven.
|
|
(3b)
|
Soortgelijke beslissingen als die over de btw
-tarieven in de horecasector, zijn tot nog toe uitgebleven.
|
|
(4a)
|
Zijn verzen zijn van een dergelijk (laag) gehalte dat het een
wonder mag heten dat hij er een uitgever voor vond.
|
|
(4b)
|
Zijn verzen zijn van een soortgelijk (laag) gehalte dat het een
wonder mag heten dat hij er een uitgever voor vond.
<<uitgesloten>>
|
De woorden zodanig(e) en dusdanig(e) komen wat de
hier besproken gebruiksmogelijkheden betreft overeen met
dergelijk(e), maar ze behoren tot formeel taalgebruik. Een
voorbeeld:
|
(5)
|
Bij de aanrijding liep ze zodanige/dusdanige verwondingen op,
dat ze nog voor haar overbrenging naar het ziekenhuis overleed.
<formeel>
|
Bij vooruitwijzend gebruik kunnen zodanig en
dusdanig bovendien de functie van bijwoordelijke bepaling bij
een werkwoord of een predicatief adjectief vervullen, in plaats van
zo in de standaardtaal. Voorbeelden:
|
(6)
|
De man schrok dusdanig dat hij lijkbleek werd.
<formeel>
|
|
(7)
|
Dit is zodanig belangrijk dat er mensenlevens mee gemoeid
kunnen zijn.
<formeel>
|
|
|
|
|