Van + aanwijzend element
 
[ 5·6·9 ]
 
1 In informele taal kunnen de aanwijzende voornaamwoorden deze, dit, die, dat en zulk(e), het woord dergelijk(e) en de naamwoordelijke constituent dit/dat soort een vaste verbinding aangaan met het voorzetsel van. De betekenis en de syntactische mogelijkheden van deze 'van-constructies' zijn gelijk aan die van zulk(e); verbindingen die met zo'n van-constructie beginnen, gedragen zich dan ook niet als voorzetselconstituenten, maar als naamwoordelijke constituenten (zie hiervoor verder ). Voorbeelden zijn:

(1a) Heeft u nog van deze pennetjes?   <informeel>
(1b) Heeft u nog zulke pennetjes?
(2a) Van dit glas vind ik het mooiste.   <informeel>
(2b) Zulk glas vind ik het mooiste.

Deze van-constructies kunnen op twee manieren gebruikt worden, die onder 2 en 3 besproken worden.
 
2 De betekenis van de van-constructie is te omschrijven als: 'zulk(e)...als je hier voor je ziet', 'zulk(e)...als waar we het nu over hebben'. Het op van volgende woord is min of meer beklemtoond. In dit geval kunnen in principe alle onder 1 genoemde van-constructies gebruikt worden, met dien verstande dat van deze/van dit (soort) het betekeniselement 'dicht(er) bij', van die/van dat (soort)/van dergelijk(e) het betekeniselement 'ver(der) weg' bevatten (vergelijk ); van zulk(e) is in dit opzicht neutraal. Voorbeelden:

(3) (sprekend over een opvallend gekleed iemand in het gezelschap van spreker en hoorder: ) Hij draagt altijd van deze/van dit soort/van zulke gekke kleren.   <informeel>
(4) A: Ze droeg handschoenen tot haar oksels, en een hoed met een veer van bijna een meter. B: Ze loopt altijd in van dergelijke/van dat soort/van zulke gekke kleren rond.   <informeel>
(5) (in een winkel, terwijl men twee soorten pennetjes laat zien: ) Heeft u nog van déze/van zúlke pennetjes, of alleen maar van díe/van zúlke?   <informeel>
(6) Ik houd meestal wel van zoete appels, maar van déze zoete appels vind ik níet lekker.   <informeel>
(7) (wijzend: ) Van dít glas vind ik mooier, maar van dát glas is veel goedkoper.   <informeel>


 
3 De betekenis van de van-constructie is minder nadrukkelijk dan de onder 2 bedoelde; ze is te omschrijven als: '..., je weet wel'. Het op van volgende woord is onbeklemtoond. In dit geval kunnen alleen die, dat en zulk(e) met van verbonden worden. Voorbeelden:

(8a) Wie is dat in godsnaam!? Hij draagt van zulke gekke kléren!   <informeel>
(8b) Wie is dat in godsnaam!? Hij draagt van deze/van dit soort gekke kléren!   <<uitgesloten>>
(9a) Ik vind Wilma heel aardig, maar ze loopt altijd in van die gekke kléren rond.   <informeel>
(9b) Ik vind Wilma heel aardig, maar ze loopt altijd in van dergelijke/van dat soort gekke kléren rond.   <<uitgesloten>>
(10) Er lag allemaal van dat fijne zánd op de grond, met figuren erin.   <informeel>
(11) Hebt u nog van die chocola met hele nóótjes?   <informeel>
(12) Ik houd van appels, maar van die/van zulke zóete appels vind ik niet lekker.   <informeel>

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina