Het gebruik van het niet-zelfstandige betrekkelijk voornaamwoord welk(e)
 
[ 5·8·4 ]
 
1 De keuze tussen welk en welke wordt bepaald door het getal en het genus van het kernwoord van de naamwoordelijke constituent waarin welk(e) determinator is. Voor een enkelvoudig onzijdig substantief gebruikt men welk, in andere gevallen welke. Het gebruik van het niet-zelfstandige welk(e) is beperkt tot formele taal .
     Naamwoordelijke constituenten met het betrekkelijk voornaamwoord welk(e) als determinator komen uitsluitend in uitbreidende bijzinnen voor. Het kernwoord kan dan hetzelfde zijn als dat van het antecedent, zoals in de volgende zin:

(1) De merkwaardige opvattingen van deze heer, welke opvattingen m.i. onverdedigbaar zijn, dwingen ons hem uit zijn ambt te ontzetten.   <formeel>

Dikwijls wordt echter in de constituent met welk(e) een nieuwe (bijv. resumerende) omschrijving van het antecedent gegeven:

(2) Daar waren schippers, matrozen en cargadoors, welke lieden allen in grote onrust verkeerden.   <formeel>
(3) 'Een circusjongen', welk boek ik op mijn twintigste leerde kennen, vind ik nog steeds prachtig.   <formeel>
(4) De Miss-Hollandverkiezing, welk gebeuren ik steeds van heel nabij volg, is dit jaar wat tegengevallen.   <formeel>

Soms slaat de naamwoordelijke constituent met het betrekkelijk voornaamwoord op een eigenschap of werking uitgedrukt in het gezegde van de rompzin; soms is de hele zin het antecedent:

(5) Hij is wat driftig, welk gebrek hij moet zien te overwinnen.   <formeel>
(6) Waldo heeft mij een lafaard genoemd, welke belediging ik hem niet vlug zal vergeven.   <formeel>
(7) De afzet van dit boek is beperkt, welke omstandigheid invloed heeft op de prijs.   <formeel>

Het antecedent is nooit een voornaamwoord.
     Zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt, kan een naamwoordelijke constituent met welk(e) als onderwerp of voorwerp fungeren. Zo' n naamwoordelijke constituent komt ook wel voor in een voorzetselconstituent:

(8) Hier ziet u de ridderzaal, in welk vertrek ik als kind gaarne placht te vertoeven.   <formeel>
(9) De rechter besloot het voogdijschap aan mijn oom toe te kennen, krachtens welk besluit ik uit de armen van mijn lieve moeder gerukt werd.   <formeel>


 
2 In plaats van constructies met het formele niet-zelfstandige welk(e) gebruikt men in de standaardtaal bij voorkeur zelfstandige betrekkelijke voornaamwoorden of voornaamwoordelijke bijwoorden. Vergelijk respectievelijk met de voorbeelden (2), (7) en (8):

(10) Daar waren schippers, matrozen en cargadoors, die allen in grote onrust verkeerden.
(11) De afzet van dit boek is beperkt, wat invloed heeft op de prijs.
(12) Hier ziet u de ridderzaal, waarin ik als kind graag speelde.

Constituenten met welk(e) worden in de standaardtaal wel eens gebruikt als anders niet duidelijk is wat als antecedent beschouwd moet worden. Door de (eventueel omschrijvende) herhaling van het antecedent wordt dan dubbelzinnigheid vermeden. In voorbeeld (13a) kan zowel de openingsrede van de burgemeester als de burgemeester antecedent zijn, in (13b) niet:

(13a) De openingsrede van de burgemeester, die zeer toegejuicht werd, zal gepubliceerd worden.
(13b) De openingsrede van de burgemeester, welke rede zeer toegejuicht werd, zal gepubliceerd worden.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina