Het voornaamwoord (pronomen)
[ 5 ]
Algemene inleiding
Het persoonlijk voornaamwoord (pronomen personale)
Het wederkerend voornaamwoord (reflexief pronomen)
Het wederkerig voornaamwoord (reciprook pronomen)
Het bezittelijk voornaamwoord (possessief pronomen)
Het aanwijzend voornaamwoord (demonstratief pronomen)
Het vragend voornaamwoord (interrogatief pronomen)
Het betrekkelijk voornaamwoord (relatief pronomen)
Het onbepaald voornaamwoord (indefiniet pronomen)
Het uitroepend voornaamwoord (exclamatief pronomen)