|
|
De voorvoegsels aarts-, hyper-, oer-,
super- en ultra-; door-,
in-, over-
|
[ 12·4·2·2·2 ]
|
a |
Met behulp van de beklemtoonde voorvoegsels aarts-,
hyper-, oer-, super- en
ultra- worden van adjectieven andere adjectieven gevormd die
aangeven dat de door het grondwoord aangeduide eigenschap of toestand in
(erg) hoge mate geldt.
Het voorvoegsel aarts- versterkt adjectieven die een negatief
gewaardeerde eigenschap aangeven, bijv.:
aartsconservatief,
aartscorrupt,
aartsdom,
aartsgemeen,
aartsgierig,
aartslelijk,
aartslui,
aartsnieuwsgierig,
aartsstom.
Bij de andere types kan de versterking positief of negatief zijn naargelang
van de betekenis van het adjectief.
Voorbeelden van het type hyper + adjectief zijn:
hypergevoelig,
hyperkort,
hypermodern,
hypernerveus,
hyperslank,
hypersnel.
Een aantal van dergelijke afleidingen heeft de bijbetekenis van
overdrijving ('al te -'), onder andere
hypercorrect ('te correct', met de implicatie: 'verkeerd') en
hyperkritisch evenals
hyperkort, bijv. in de zin:
|
(8)
|
Hij heeft wel hyperkort haar.
|
Voorbeelden van het type oer + adjectief zijn:
oerdegelijk,
oerdom,
oergezond,
oerkomisch,
oerlelijk,
oeroud,
oersaai,
oersterk,
oervervelend.
Voorbeelden van het type super + adjectief zijn:
superchic,
superfijn,
superlang,
supermodern,
supersnel.
Gewoonlijk hebben afleidingen met super- een gunstige waarde,
bijv.
superlicht en
supersnel in een reclameslogan als
een superlichte en supersnelle racefiets
, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn, bijv.
superheet ('heel erg gekruid, pittig') in een waarschuwing zoals:
|
(9)
|
Dat gerecht is superheet.
|
Woorden als
supersonisch behoren niet tot het genoemde type. Super-
drukt hier geen hoge graad uit, maar betekent 'boven (de snelheid van het
geluid)'.
Voorbeelden van het type ultra + adjectief zijn:
ultrageheim,
ultrakort,
ultralicht,
ultralinks,
ultramodern,
ultrarechts.
Het voorvoegsel ultra- geeft een extreem hoge graad aan. Op
die manier gevormde adjectieven kunnen een negatieve waardering uitdrukken,
onder andere als aanduiding van een politieke richting, maar niet bij
natuurwetenschappelijke termen zoals
ultrakorte golven
,
ultralichte metalen
.
Woorden als
ultraviolet,
ultrasonoor en
ultramontaans
sluiten zich niet bij dit type aan. Ultra- betekent hier
'voorbij, aan gene zijde van -'.
|
|
b |
Met een vergelijkbare versterkende betekenis kunnen op basis van
adjectieven andere adjectieven gevormd worden met door-,
in- of over-. Volgens een strikte definitie
kunnen dergelijke vormingen als samenstellingen beschouwd worden (vergelijk
), maar wegens de betekenisisolering van deze elementen - ze zijn
louter versterkend - en de duidelijke betekenisovereenkomst met de zojuist
genoemde elementen worden ze hier bij de voorvoegsels behandeld. Ook deze
elementen dragen steeds het hoofdaccent.
Voorbeelden van de combinatie door + adjectief zijn:
doorbraaf,
doorkoud,
doorlelijk,
doornat,
doorslecht.
Dergelijke vormingen zijn in de meeste gevallen beperkt tot
regionaal taalgebruik
(ze komen met name in Belgisch Nederlands voor). In de standaardtaal
gebruikt men meestal
door-en-door-koud, enzovoort. Zie voor deze en andere mogelijkheden
ter versterking van een adjectief bij de adjectivische constituent,
(vergelijk ook
).
Het type in + adjectief heeft als betekenis 'intens -', bijv.:
indroevig,
ingelukkig,
ingemeen,
ingoed,
inkoud,
inslecht,
intriest,
inzoet.
In plaats van een samengesteld adjectief is ook hier weer een adjectivische
constituent mogelijk zoals
in-en-in-schoon naast
inschoon.
Voorbeelden van het type over + adjectief zijn:
overaardig,
overbeleefd,
overernstig,
overijdel,
overlekker,
overnauwkeurig,
oververzadigd,
overzout.
De adjectieven van dit type kunnen in twee betekenisgroepen ingedeeld
worden. Eén groep heeft als betekenis 'heel, erg, hoogst -', bijv.
overbekend,
overduidelijk,
overgelukkig,
overheerlijk
evenals
overgroot in
de overgrote meerderheid
en
overoud in
een overoud geslacht
). Een andere groep heeft de betekenis 'al te, overmatig -' (vergelijk met
hyper-), bijv.
overbelast,
overbevolkt,
overbezorgd,
overcompleet ('overtollig'),
overgaar,
overgevoelig,
overhaastig,
overrijp,
overvol
. In een aantal gevallen zijn beide interpretaties mogelijk, bijv.
overgedienstig,
overijverig,
overluid,
overmager,
overstreng,
oververfijnd,
overzedig
.
|
|
|
|