De voorvoegsels anti-, contra- en pro-
 
[ 12·4·2·2·3 ]
 
Ter aanduiding van een gezindheid, houding of werking gericht tegen of ten gunste van een bepaald land, een bepaald volk, een bepaalde ideologie of instelling en dergelijke worden respectievelijk anti- en pro- met een adjectief verbonden. Het procédé is productief. Voorbeelden met anti- zijn:

anti-autoritair, antidemocratisch, anti-Duits, antifascistisch, anti-inflatoir, anti-Israëlisch, antiklerikaal, antimilitaristisch, anti-Marokkaans, antimonarchistisch, antireligieus, antisemitisch.

Voorbeelden met pro- zijn:

pro-agrarisch, pro-Amerikaans, pro-communistisch, pro-falangistisch, pro-liberaal, pro-Palestijns.

Met een betekenis die vergelijkbaar is met die van anti- komt in een beperkt aantal adjectieven contra- voor: contrareformatorisch en contrarevolutionair, waarnaast een dito substantief bestaat, en contraproductief ('het tegenovergestelde bereikend van productief'). Opmerking 2 Opmerking 3


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina