Gebruik van hoofdtelwoorden in een naamwoordelijke constituent
 
[ 7·2·2·1 ]
 
1 De hoofdtelwoorden worden in hoofdzaak gebruikt als determinerend element in een naamwoordelijke constituent. Ze staan vóór alle eventueel aanwezige adjectieven. Voor de precieze plaatsingsmogelijkheden binnen de determinator (de plaatsing ten opzichte van lidwoorden, voornaamwoorden en voorgeplaatste genitieven, als die aanwezig zijn) zie en . We volstaan hier met enkele voorbeelden: (1) - - tien kleine negertjes (2) - de drie - koningen (3) drie zulke mooie doosjes (4) - - veel wit-gele vlaggen (5a) - mijn beide lieve kleine dochters (5b) allebei mijn - lieve kleine dochters Voor de plaatsing van allebei/alle twee, alle tien, enz. zie ook .
     In enkele gevallen wordt een bepaald hoofdtelwoord achter een (enkelvoudig) substantief geplaatst , bijv.

Willem Twee (altijd geschreven als Willem ii) bladzij vijf Erasmusplein één

Zie voor gevallen als Willem Twee ook .
 
2 Bepaalde hoofdtelwoorden (behalve één) worden gewoonlijk gecombineerd met substantieven in het meervoud, bijv.: nul punten, honderd stoelen, zeven tafels, dertien ongelukken; één punt maar soms ook met enkelvoudige substantieven. Met name de meeste maat- en frequentie-aanduiders en enkele tijdaanduiders blijven gewoonlijk in het enkelvoud .
     Opmerkelijk in dit verband is nog de combinatie met de naam van een maand in data, bijv. éénentwintig september (geschreven als 21 september). Opmerking

Als enig bepaald hoofdtelwoord kan één verbogen worden zoals een adjectief, bijv.:

(6) Zelfs dat ene boek vond hij al te veel.


 
3 De onbepaalde hoofdtelwoorden veel (zoveel, hoeveel) en weinig kunnen zowel gecombineerd worden met substantieven in het enkelvoud (niet-telbare soortnamen) als met substantieven in het meervoud (telbare soortnamen), bijv.:

veel materiaal, veel politie, veel zwarte poezen, zoveel geld, hoeveel aanwezigen, weinig geld, weinig kinderen

Het in informeel taalgebruik voorkomende tig wordt met meervoudige substantieven gecombineerd, bijv. tig cd's , tig exemplaren ('(heel) veel -').
     Hoeveel, zoveel en tig kunnen verder in combinatie met honderd, duizend, miljoen, miljard etc. gebruikt worden om een onbepaalde grote hoeveelheid van iets aan te geven of daarnaar te vragen, bijv.:

(7) Ze heeft zoveel honderd platen.
(8) Hij heeft tig duizend boeken.   <informeel>

Voor tijds-, frequentie- en maataanduiders in combinatie met de onbepaalde telwoorden hoeveel of zoveel (en het equivalent tig) zie .
     Als er geen bepaald lidwoord of een equivalent daarvan aan voorafgaat blijven de onbepaalde hoofdtelwoorden gewoonlijk onverbogen, maar vooral in geschreven taal kan men voor meervoudige substantieven ook de verbogen vorm aantreffen:

(9) Hij had vele (naast: veel) gebreken.
(10) Er hingen vele (naast: veel) prachtige etsen.

De verbogen vorm vele onderstreept het stuk-voor-stuk-karakter van de opsomming; het individualiseert de afzonderlijke gebreken, respectievelijk etsen, terwijl veel in dit opzicht neutraal is: het kan collectiviseren en individualiseren. In de vaste uitdrukking nog vele jaren (gebruikt als gelukwens) komt alleen de verbogen vorm voor.
     In combinatie met een bepaald lidwoord, een aanwijzend voornaamwoord, een bezittelijk voornaamwoord of een voorgeplaatste genitief (of een equivalent) worden ze verbogen, bijv.:

(11) Het weinige geld dat hem nog restte heeft hij verspeeld.
(12) De vele aanwezigen spraken hun afkeuring over de motie uit.
(13) Daar heb je het meisje met d'r vele vlechtjes.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina