Kwalificerend substantief + substantief met unieke referentie (eigennaam of soortnaam)
 
[ 14·7·2 ]
 
Het betreft hier in de eerste plaats eigennamen (al dan niet met een bepaling erbij) waar een soortnaam voor geplaatst kan worden die die eigennaam kwalificeert. De soortnaam noemt een beroep, een functie enz. Een dergelijke combinatie kan of moet naargelang van het geval voorafgegaan worden door een lidwoord, een voornaamwoord of een genitief.
     De betekenis van de combinatie kan omschreven worden met een naamwoordelijk gezegde, bijv. generaal Eisenhower met 'Eisenhower is (een) generaal', prinses Juliana met 'Juliana is (een) prinses' en (de) stad Utrecht met 'Utrecht is een stad'. Voorbeelden van dit type zijn verder:

(1) kardinaal Suenens
(2) koning Arthur
(3) collega Willems
(4) (mijn) oom Piet
(5) Karels zusjes Frieda en Erika
(6) het dagblad De Telegraaf
(7) (het) huis 'De Beuken'
(8) de maand mei
(9) maandag 13 september
(10) het traject Brussel-Antwerpen
(11) de wedstrijd Ajax-Anderlecht

Bij dit type constituenten sluiten zich ook gevallen van zelfnoemfunctie aan, zoals:

(12) het woord 'vrijheid'
(13) de term 'exponent'
(14) het getal '7'
(15) het begrip 'bepaling'
(16) het lidwoord 'de'

Een verwant type wordt gevormd door de combinatie van een rangnummer (uitgedrukt door cijfers en/of letters, die hier als eigennaam opgevat kunnen worden) en een voorwerpsnaam, zoals:

(17) tram 4
(18) paragraaf 14.7
(19) deel ii
(20) (de) autosnelweg e3
(21) bladzij 22
(22) dossier wh 5406
(23) punt vier
(24) nummer twee
(25) type 1a
(26) Willem ii
(27) Karel i

Hierbij zijn aanduidingen van bijbelboeken te noemen, zoals Mattheus twee vers vier. Deze zijn op te vatten als een verkorting, in het gegeven voorbeeld van: (Mattheus) hoofdstuk twee vers vier. Hiermee vergelijkbaar zijn huisnummers bij straatnamen, bijv. Parkweg 36 (uit: (Parkweg) nummer 36).
     Zie ook .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina