Gebruik van rangtelwoorden in een naamwoordelijke constituent
 
[ 7·3·2·1 ]
 
1 De rangtelwoorden kunnen net als adjectieven attributief gebruikt worden, dat wil zeggen als bijvoeglijke voorbepaling bij een substantief of een equivalent daarvan, maar ze kunnen ook als determinerend element gebruikt worden. Zie voor de precieze plaatsen die ze in beide gevallen in een naamwoordelijke constituent innemen . Ze blijven altijd onveranderd, ongeacht het genus van het substantief en het determinerende woord (lidwoord, voornaamwoord, enz.) dat aan het rangtelwoord voorafgaat. Voorbeelden zijn:

de zevende dag, het tweede jaar, een derde kind

Een bijzonder geval is het gebruik van het rangtelwoord in data, bijv. de elfde november . Het rangtelwoord duidt immers gewoonlijk niet het rangnummer van de maand in een reeks aan - wat in principe mogelijk is, bijv. de elfde november(maand) in z' n leven - maar het rangnummer van de dag in de betreffende maand.
     Als een rangtelwoord en een hoofdtelwoord tegelijk in een naamwoordelijke constituent voorkomen, dan zijn er onderling twee volgordes mogelijk, meestal met een verschil in betekenis , bijv.:

(1a) de laatste drie bladzijden
(1b) de drie laatste bladzijden


 
2 Bij namen van koningen, keizers, pausen, en dergelijke komt het rangtelwoord, vergezeld van het bepaalde lidwoord, achter het substantief waar het bij hoort, bijv.:

Willem de Tweede, Leopold de Eerste, Hendrik de Achtste, Elizabeth de Eerste, Karel de Vijfde, Johannes de Drieëntwintigste

Lidwoord en rangtelwoord maken hier deel uit van een eigennaam (vergelijk ). Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina