|
|
De onregelmatige werkwoorden-b: hebben,
kunnen, mogen, willen, zijn
(wezen), zullen
|
[ 2·3·6 ]
|
|
Opmerking
|
In deze subparagraaf is bij de je- en u-vormen
indien van toepassing de aanduiding 'informeel' of 'formeel' geplaatst.
Voor het gebruik van de andere vormen geldt (afgezien van speciale
aanduidingen die alleen hier van toepassing zijn) hetzelfde als wat
daarover vermeld is ten aanzien van de regelmatige werkwoorden en de
onregelmatige werkwoorden-a ***EMPTY ra r7***. Voor de
uitspraak van de uitgang -en vergelijk ***EMPTY ra r8***.
|
|
|
|
|
|