Voorzetselconstituenten
 
[ 21·7·3·2·i ]
 
1 Vooral in gesproken Nederlands is het heel gewoon om voorzetselconstituenten als nabepaling of als complement binnen een naamwoordelijke constituent (zie respectievelijk en ) op de laatste zinsplaats te zetten. Met name een voorzetselconstituent ingeleid door het voorzetsel van kan heel gemakkelijk loskomen van de naamwoordelijke constituent en achteraan in de zin staan. Voorbeelden van een dergelijke achteropplaatsing zijn:

(1) Ieder |heeft| drie pionnen nodig | | van dezelfde kleur.
(2) Ik |zal| wel de paraplu mee|nemen| van moeder.
(3) Er |zijn| alleen nog maar deelnemers over|gebleven| uit Frankrijk.
(4) |Heb| jij ook dat boek |gelezen| over vredespolitiek?
(5) Wanneer |is| het verzet precies |begonnen| tegen de overheersing door de Romeinen?

Een factor die achteropplaatsing mee in de hand kan werken is de complexiteit van de voorzetselconstituent. Van een complexe voorzetselconstituent is bijvoorbeeld sprake als een substantief uit de voorzetselconstituent zelf ook een nabepaling of een complement bij zich heeft die zelf ook weer uit een voorzetselconstituent of een betrekkelijke bijzin bestaat. In de nu volgende voorbeeldzin:

(6a) In Heerlen |zijn| de resten |ontdekt| van een Romeinse keuken uit de tweede helft van de tweede eeuw na Christus.

is het substantief keuken uit de afgesplitste van -bepaling kern van een naamwoordelijke constituent (een Romeinse keuken) waarin de voorzetselconstituent ingeleid door uit nabepaling is. Deze nabepaling zelf bevat nog eens een van-bepaling bij het substantief helft en die bepaling op haar beurt weer een door het voorzetsel na ingeleide bepaling bij het substantief eeuw. Met andere woorden uitgedrukt: de voorzetselconstituent met uit is 'ingebed' in de eerste van -bepaling, de tweede voorzetselconstituent met van is 'ingebed' in die met uit, enz. De structuur van de complexe naamwoordelijke constituent uit (6) kan met haakjes weergegeven worden zoals in (6'), waarbij de respectieve substantivische kernen gecursiveerd zijn:

(6) In Heerlen zijn [de resten [van een Romeinse keuken [uit de tweede helft [van de tweede eeuw [na Christus]]]]] ontdekt.

In de regel kan alleen de minst 'ingebedde' voorzetselconstituent afgescheiden en achteropgeplaatst worden. Weliswaar is in het gegeven voorbeeld afsplitsing bij uit niet uitgesloten (zie (6b)), maar afsplitsing bij de eerste van -bepaling zoals in (6a) is in ieder geval de meest voor de hand liggende:

(6b) In Heerlen |zijn| de resten van een Romeinse keuken |ontdekt| uit de tweede helft van de tweede eeuw na Christus.

In de volgende zinnen echter ligt het enig mogelijke punt van afsplitsing bij het eerste voorzetsel. Vergelijk:

(7a) Ze |hebben| de fiets |gestolen| van de medewerker van Maarten.
(7b) Ze |hebben| de fiets van de medewerker |gestolen| van Maarten.   <<uitgesloten>>
(8a) Tijdens de tentoonstelling |zal| een film |vertoond worden| over de opgravingen in de Chinese Volksrepubliek.
(8b) Tijdens de tentoonstelling |zal| een film over de opgravingen |vertoond worden| in de Chinese Volksrepubliek.   <<uitgesloten>>
(9a) Hij |had| een royaal bladerboek |laten maken| met foto's van kinderen uit allerlei landen.
(9b) Hij |had| een royaal bladerboek met foto's |laten maken| van kinderen uit allerlei landen.   <<uitgesloten>>

Vergelijk nu met de voorbeelden (6) t.e.m. (9) de volgende gevallen:

(10) Het gezelschap |bereidt| opnieuw een produktie in de volkstaal voor | | van amateurs met professionele begeleiding.
(11) De winnaar |wordt| een prachtige vakantie van een maand aan|geboden| in het land waar hij Vlaanderen met de pen diende.
(12) In dit geval |zou| er dan een periode van leegstand van de gebouwen |zijn| van 1 à 2 jaar.

De voorzetselconstituenten die in de zinnen (10) t.e.m. (12) achterop staan, zijn bepalingen bij een naamwoordelijke constituent inclusief een eerste (en in (12) ook een tweede) voorzetselconstituent als nabepaling of complement (het gedeelte dat hieronder bij de weergave van de structuur van de complexe naamwoordelijke constituenten telkens onderstreept is). Daarom gebeurt de afscheiding niet bij het eerste voorzetsel. Met haakjes weergegeven worden de voorbeelden:

(10) Het gezelschap bereidt opnieuw [[een produktie [in de volkstaal]] [van amateurs [met professionele begeleiding]]] voor.
(11) De winnaar wordt [[een prachtige vakantie [van een maand]] [in het land waar hij Vlaanderen met de pen diende]] aangeboden.
(12) In dit geval zou er dan [[een periode [van leegstand [van de gebouwen]]] [van 1 à 2 jaar]] zijn.

Als de nabepaling in de nabepaling daarentegen uit een betrekkelijke bijzin bestaat, kan ze wel apart op de laatste zinsplaats staan, hoewel ze meer 'ingebed' is. Vergelijk bijv. (13) met (10) t/m (12):

(13) Het ongeluk |zou| een gevolg van verkeerde berekeningen |zijn| die het laboratorium destijds zou hebben gemaakt.

In deze laatste zin is de relatiefzin nabepaling alleen bij het kern-substantief berekeningen, dat zelf weer deel uitmaakt van een van -bepaling bij gevolg. Voor een beperking bij achteropplaatsing van nabepalingen in verband met accentuering zie men .
 
2 Bij een aantal constructies kennen de voorzetselconstituenten de mogelijkheid van achteropplaatsing niet. Die constructies hebben een andere structuur dan de tot nog toe besproken gevallen. Het betreft hier ten minste de volgende types:

·   partitieve constructies zoals:

twee van die Sinterklazen enkele van de vreemdelingen (zie )

;
     Naast voorbeeld (14a) is (14b) niet mogelijk:

(14a) Ik |heb| daar een van mijn nichtjes |ontmoet.|
(14b) Ik |heb| daar een |ontmoet| van mijn nichtjes.   <<uitgesloten>>

Een nabepaling bij een substantief uit een dergelijke voorzetselconstituent kan echter gewoon apart achteropgeplaatst worden, bijv.:

(15) Petra |had| een van de nichtjes |gezien| van Mieke.



·   constructies met een vergelijkingsmoment zoals:

de tempel van het lichaam een schat van een kind (zie voor het laatste type )

;
     Voorbeelden zijn:

(16a) In enkele minuten |had| hij de boomstam zo dik als zijn romp met zijn scherpe beitels van voortanden door|geknaagd.|
(16b) In enkele minuten |had| hij de boomstam zo dik als zijn romp met zijn scherpe beitels door|geknaagd| van voortanden.   <<uitgesloten>>
(17a) We |hebben| de mallemolen van het leven |ervaren. |
(17b) We |hebben| de mallemolen |ervaren| van het leven.   <<uitgesloten>>
(18a) (Hij vond) |dat| het een pracht van een verhaal |was. |
(18b) (Hij vond) |dat| het een pracht |was| van een verhaal.   <<uitgesloten>>



·   constructies zoals wij van het derde regiment jagers;

·   constructies zals het koopje van de week, het boek van de maand;
     Naast (19a) is niet mogelijk (19b):

(19a) Gisteren |is| het nieuwe boek van de maand |verschenen.|
(19b) Gisteren |is| het nieuwe boek |verschenen| van de maand.   <<uitgesloten>>



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina