De determinator in een partitieve constructie
 
[ 14·4·8 ]
 
Met behulp van een partitieve constructie kan men uitdrukken dat het over een deel van een geheel gaat. Een voorbeeld:

(1) één van de doosjes

De partitieve constructie in (1) geeft aan dat we het hebben over één doosje van alle doosjes die we beschouwen.
     We onderscheiden twee partitieve constructies:

[1]  de partitieve genitief;
     Deze partitieve constructie is archaïsch en wordt zelden gebruikt, bijv.:

(2a) één mijner tantes   <formeel>

Ze komt ook voor in vaste uitdrukkingen, bijv.:

(3) een dezer dagen



[2]  de constructie met het voorzetsel van;
     Deze constructie wordt doorgaans gebruikt in plaats van de partitieve genitief, bijv.:

(2b) één van mijn tantes


De opeenvolging van determinatorelementen in de partitieve constructie ziet er iets anders uit dan normaal (vergelijk ). Tussen de eerste en tweede positie staat in de partitieve constructie namelijk het voorzetsel van (en in sommige gevallen het voorzetsel uit (zie Opmerking 2).
     In de partitieve genitief staat dat voorzetsel er niet, maar is het element in de tweede positie gemarkeerd door een genitiefuitgang. De kern van de naamwoordelijke constituent is hierbij een meervoudig substantief.
     We geven tot slot van deze deelparagraaf in schema 14. 8 een overzicht van verschillende determinatoren in een partitieve constructie. schema 14.8: Voorbeelden van determinatorelementen in verschillende posities in een partitieve constructie.

determinator kern
1 vz. 2 3 4
één van mijn tantes
een mijner tantes
twee onzer kinderen
bijna zestig van de honderd mensen
vijftig van de bijna honderd mensen
drie van Karels boeken
een stuk of drie van Walter z'n tien adviezen
veel van die gekke voorbeelden
één van de velen
zeven van de tien

Opmerking 1 Opmerking 2


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina