|
|
Voorzetselconstituenten
|
[ 15·3·3 ]
|
|
Bij de nabepalingen in de vorm van een voorzetselconstituent kunnen twee
types onderscheiden worden.
|
[1]
Voorbeelden van het eerste type nabepaling zijn:
|
(1)
|
vers uit zee
|
|
(2)
|
nieuw van de fabriek
|
|
(3)
|
vers van het mes
|
|
(4)
|
gek van vreugde
|
Zulke nabepalingen drukken de 'herkomst' of de 'oorzaak' uit.
Adjectivische constituenten zoals in (1) t/m
(4) worden niet attributief gebruikt. Hierbij hoort ook de
uitdrukking heet van de naald.
[2]
Tot een tweede type behoren gevallen als:
|
(5)
|
zeer groot van gestalte
|
|
(6)
|
bescheiden in z'n optreden
|
|
(7)
|
enigszins zenuwachtig van aard
|
|
(8)
|
rijp voor publikatie
|
Zoals in
uitgelegd wordt, is het verdedigbaar in zulke gevallen van een
zelfstandige bijwoordelijke bepaling te spreken (bijv. in (5)
een bijwoordelijke bepaling van beperking: '(zeer) groot wat de gestalte
betreft'). Anders dan in gevallen als (1) t/m
(4) kunnen adjectivische constituenten van dit tweede type
doorgaans wel attributief gebruikt worden. De voorzetselconstituent staat
dan verplicht voor het adjectief en wel nog voor een eventueel aanwezige
graadaanduidende of kwantificerende bepaling, bijv.:
|
(9)
|
(Het was een) van structuur heel helder (betoog).
|
|
(10)
|
(Het is een) in z'n manier van doen erg onrustige (jongen).
|
In zulke gevallen kan men spreken van incorporatie van zinsdelen in een
naamwoordelijke constituent (zie
).
|
Vergelijk deze voorzetselconstituenten met de in
besproken gevallen.
|
|
|
|