Naamwoordelijke constituenten als genitiefbepaling
 
[ 14·5·3·4 ]
 
Als nabepaling kunnen ook naamwoordelijke constituenten in de genitiefvorm optreden (zie , alsook en ). Zulke genitiefbepalingen komen bij een substantivische kern voor. Ze vormen samen met de kern min of meer vaste verbindingen, waaronder vaste uitdrukkingen. Bovendien treft men ze aan in archaïsch taalgebruik. Voorbeelden zijn:

(1) de plek des onheils
(2) het machtsspel der farao's
(3) de Commissaris der Koningin
(4) schrijver dezes
(5) het resultaat hunner inspanningen   <formeel>

Dergelijke genitieven worden gewoonlijk vervangen door een voorzetselconstituent ingeleid door van, soms door een voornaamwoordelijk bijwoord. Genitieven komen in de regel meteen na de kern. Voorts kunnen ze moeilijker buiten de naamwoordelijke constituent verschijnen. Zie voor een en ander .
     Genitiefvormen, waaronder genitieven van persoonlijke voornaamwoorden, kunnen ook fungeren als nabepaling bij aanwijzende, vragende of onbepaalde voornaamwoorden, zoals in de volgende voorbeelden:

(6) diegenen uwer (die (...))   <formeel>
(7) dat der ouderen   <formeel>
(8) wie uwer   <formeel>
(9) iemand onzer   <formeel>
(10) eenieder uwer   <formeel>
(11) elk der aanwezigen   <formeel>

In al deze gevallen gaat het om een partitieve genitief (zie ). De genitieven van persoonlijke voornaamwoorden zijn archaïsch . In de standaardtaal worden de genitiefbepalingen vervangen door een voorzetselconstituent (zie ).
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina