Nageplaatste genitief
 
[ 3·4·1·3 ]
 
Afgezien van sommige vaste uitdrukkingen behoren nageplaatste genitieven tot de archaïsche taalsfeer. Tot de vaste uitdrukkingen kunnen bijv. gerekend worden:

de heer des huizes, de plaats des onheils, de tand des tijds

. Als formeel-archaïsch zijn bijv. te beschouwen:

de geest des twijfels, het pad des levens, de zegen des Allerhoogsten

. Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina