|
|
Buigingsvormen en (andere) archaïsche vormen
|
[ 5·5·9 ]
|
1 |
De in deze subparagraaf behandelde vormen hebben op zichzelf allemaal een
archaïsch
karakter, maar komen soms voor in vaste uitdrukkingen die als zodanig niet
altijd als archaïsch te beschouwen zijn; die vaste uitdrukkingen kunnen tot
formeel
taalgebruik of tot de standaardtaal behoren.
|
|
2a |
De vorm dijn komt alleen voor in de vaste
uitdrukking
(het) mijn en (het) dijn.
|
|
2b |
Vormen op -e
(mijne,
uwe,
zijne,
hare,
hunne) worden gebruikt in min of meer
plechtige aansprekingen, bijv. in
mijne heren en
mijne dierbaren, alsook in titels met als kernwoord vooral
excellentie,
eminentie,
heiligheid,
hoogheid en
majesteit. Voorbeelden:
|
(1)
|
Hare Koninklijke Hoogheid
<formeel>
|
|
(2)
|
Hunne Excellenties
<formeel>
|
|
(3)
|
Uwe Heiligheid
<formeel>
|
|
(4)
|
Zijne Eminentie
<formeel>
|
|
|
2c |
De vormen op -s
(mijns,
uws, zijns,
haars,
onzes,
huns) komen in
formele
(archaïsche) taal voor als determinator in een naamwoordelijke constituent
met de functie van genitiefbepaling. De kern van die constituent is dan
een enkelvoudig mannelijk of onzijdig substantief:
|
(5)
|
De nagedachtenis zijns vaders houdt hij altijd in ere.
<formeel>
|
Archaïsche
uitdrukkingen zijn bijv.:
mijns bedenkens en
zijns oordeels. De groep
mijns/uws (enz.) inziens behoort tot de
standaardtaal.
|
|
2d |
Vormen op -er
(mijner,
uwer,
zijner,
harer,
onzer,
hunner) worden zoals de vormen op
-s in een genitiefbepaling gebruikt. Het kernsubstantief is
hier een enkelvoudig vrouwelijk of een meervoudig substantief:
|
(6)
|
Eén mijner buren is onlangs overleden.
<formeel>
|
|
(7)
|
De belangstelling hunner vrienden was overweldigend.
<formeel>
|
De vormen op -er komen ook voor in een paar vaste
uitdrukkingen, bijv.
te zijner tijd (ook als één woord geschreven, of afgekort tot
t.z.t.) en
te mijner/uwer (enz.) ere.
Tot één woord versmolten met -zijds
vinden we deze vormen terug in de samenstellingen
mijnerzijds,
uwerzijds,
onzerzijds, enz., die tot formeel taalgebruik behoren. Voorbeeld:
|
(8)
|
Mijnerzijds bestaat er geen bezwaar tegen.
<formeel>
|
|
|
2e |
Vormen op -en
(mijnen,
uwen,
zijnen,
haren,
onzen,
hunnen) komen voor in enkele
voorzetselconstituenten met te(n) zoals
te mijnen/uwen (enz.) behoeve,
te mijnen/uwen (enz.) gerieve,
te(n) mijnen huize, die tot
formeel
taalgebruik behoren. Vergelijk ook met constituenten als de
zijnen
.
|
|
2f |
Vormen op -ent
(mijnent,
uwent,
zijnent,
harent,
onzent,
hunnent) worden ook met te(n)
gecombineerd. Met de combinatie wordt dan bedoeld 'bij mij thuis' en soms
'in mijn land, streek'. Deze vormen komen voor in
formeel
(archaïsch) taalgebruik. Voorbeelden:
|
(9)
|
Men wordt te(n) hunnent gastvrij ontvangen.
<formeel>
|
|
(10)
|
Kunt u om klokke zeven te(n) mijnent aanwezig zijn?
<formeel>
|
Men herkent de vormen ook in de
archaïsche samenstellingen
op -halve,
-wege en
-wil(le):
|
(11)
|
Mijnenthalve kunnen ze gerust hun gang gaan.
<formeel>
|
|
(12)
|
Ik heb u harentwege een boodschap te doen.
<formeel>
|
|
(13)
|
Heb je er geen lust toe, doe het dan onzentwille.
<formeel>
|
|
|
|
|