Onbepaalde hoofdtelwoorden
 
[ 7·2·1·2 ]
 
Als onbepaald hoofdtelwoord komen voor: veel en weinig. Deze woorden kunnen in bepaalde gevallen een buigings-e aannemen (zie ). Van deze onbepaalde hoofdtelwoorden kunnen trappen van vergelijking gevormd worden: veel - meer - meest
     weinig - minder - minst. Naast weinig komt als nevenvorm min voor in de verbinding zo min mogelijk , als nevenvorm van minder komt min voor in min of meer .Veel heeft als pendanten het aanwijzende zoveel en het vragende hoeveel.
     Om een niet nader bepaald (groot) aantal van iets aan te geven komt in informeel taalgebruik ook het element tig voor. Het kan gebruikt worden in plaats van veel of zoveel ).
     De volgende woorden, die in een aantal grammatica's ook tot de onbepaalde telwoorden gerekend worden, worden in de ANS behandeld als onbepaalde voornaamwoorden: enige, enkele, ettelijke, menig(e), sommige, verscheidene, verschillende, genoeg, voldoende, zat, wat , alsmede het ook wel absoluut telwoord genoemde woord alle .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina