|
|
Weglating van elementen in de determinator en/of voorbepalingen
|
[ 27·4·2·2 ]
|
1 |
Als naamwoordelijke constituenten in nevenschikkingen met en
en of (vergelijk
, [3]) één of meer gemeenschappelijke elementen in de
determinator en/of voorbepalingen hebben, dan kunnen die in het tweede
(derde enz.) lid weggelaten worden. Voorbeelden:
|
(1)
|
groene broeken en (-) bloesjes
|
|
(2)
|
één professionele danser of (-) (-) danseres
|
|
(3)
|
die arbeiders en (-) boeren
|
|
(4)
|
enkele belangrijke koningen, (-) (-) hertogen en (-) (-) graven
|
|
(5)
|
de erg grote bomen en (-) (-) (-) struiken
|
|
(6)
|
de broodjes etende kinderen en (-) (-) (-) vrouwen
|
|
(7)
|
de aan haar gezonden brieven en (-) (-) (-) (-) pakjes
|
De naamwoordelijke constituenten kunnen ook een voornaamwoord als kern
hebben:
|
(8)
|
om het even wie of (-) wat
|
In een groep van de structuur 'voorbepaling + substantief en
/of substantief' is de voorbepaling niet altijd in het tweede
lid weggelaten. Zo kan men met (9a) bedoelen 'grote denkers
enerzijds en grote dichters anderzijds', maar ook 'grote denkers enerzijds
en dichters anderzijds':
|
(9a)
|
grote denkers en dichters
|
Om deze dubbelzinnigheid te vermijden kan men, als de groep in de laatste
betekenis (zonder samentrekking) gebruikt wordt, de leden van plaats
verwisselen:
|
(9b)
|
dichters en grote denkers
|
Als die dubbelzinnigheid er om logische redenen niet is, bijv. in:
|
(10)
|
natte sneeuw en motregen
|
|
(11)
|
geïllustreerde boeken en schilderijen
|
is een dergelijke omkering uiteraard niet noodzakelijk, al wordt ze om
stilistische redenen soms toch toegepast.
|
|
2 |
Van twee categorieën elementen in de determinator moeten beperkingen op de
samentrekkingsmogelijkheden gesignaleerd worden.
|
[a]
Bepaalde hoofdtelwoorden kunnen niet weggelaten worden in
aaneenschakelingen.
Groep (12a) is niet gelijk aan groep (12b):
|
(12a)
|
veertien dansers en danseressen
|
|
(12b)
|
veertien dansers en veertien danseressen
|
Groep (12a) betekent namelijk '(een gezelschap van)
veertien personen, bestaande uit dansers en danseressen'.
In groepen als (12a) fungeert het telwoord altijd als
element in de determinator bij de (collectieve) nevenschikking van de
substantieven. Vandaar dat uitgesloten is:
|
(13)
|
één danser en danseres
<<uitgesloten>>
|
' Eén persoon, bestaande uit een danser en een danseres' is onmogelijk. Om
dezelfde reden zijn (14) en (15) uitgesloten
(afgezien van de lezing 'twee, respectievelijk drie dansers en een
onbepaald aantal danseressen'):
|
(14)
|
twee dansers en danseressen
<<uitgesloten>>
|
|
(15)
|
drie dansers en danseressen.
<<uitgesloten>>
|
Een gezelschap van twee, respectievelijk drie personen kan immers niet uit
dansers en danseressen
tegelijk bestaan. Groep (16) is eveneens uitgesloten, omdat
de bepaalde hoofdtelwoorden boven één afgezien van enkele
uitzonderingen altijd met een meervoudig substantief verbonden worden (zie
):
|
(16)
|
twee danser en danseres
<<uitgesloten>>
|
Bij nevenschikkingen van substantieven die personen of zaken aanduiden die
meestal in combinatie voorkomen, noemt het telwoord daarentegen in het
algemeen het aantal van de aanwezige combinaties: (17a) is
dus wel gelijk aan (17b), omdat het betekent 'zes
combinaties bestaande uit een jasje en een broek':
|
(17a)
|
zes jasjes en broeken
|
|
(17b)
|
zes jasjes en zes broeken
|
Andere voorbeelden van de beide genoemde mogelijkheden:
|
(18)
|
Aan het oecumenisch gesprek namen twintig pastoors en dominees deel. (=
twintig personen)
|
|
(19)
|
In deze kast staan 300 jaarboeken, congresverslagen en verzamelbundels.
(= 300 boekdelen)
|
|
(20)
|
Ik heb vandaag wel dertig kopjes en schoteltjes afgewassen. (= 60
voorwerpen)
|
|
(21)
|
In het televisieprogramma 'Zo vader-zo zoon' treden per keer drie vaders
en zoons op. (= zes personen)
|
[b]
Bij weglating van lidwoorden en voornaamwoorden moet men er rekening mee
houden:
|
·
dat de naamwoordelijke constituenten geen generieke of categoriale
betekenis mogen hebben, behalve in nevenschikkingen met het verklarende
of (zie
);
Voorbeelden:
|
(22a)
|
De kat en de hond zijn zoogdieren.
|
|
(22b)
|
De kat en (-) hond zijn zoogdieren.
<<uitgesloten>>
|
|
(23a)
|
Een arbeider en een boer hebben het moeilijk vandaag.
|
|
(23b)
|
Een arbeider en (-) boer hebben het moeilijk vandaag.
<<uitgesloten>>
|
|
(24)
|
De zebra of (-) Kaapse ezel leeft in Afrika.
|
·
dat weglating van lidwoorden en voornaamwoorden normaal is als de
nevengeschikte naamwoordelijke constituenten dezelfde persoon of zaak
aanduiden; niet-samengetrokken vormen doen hier vreemd aan;
Voorbeelden:
|
(25)
|
Maurice, de collega en (-) vriend van mijn vader, kwam ook
feliciteren.
|
|
(26)
|
Dit toonbeeld van slechte smaak en (-) gedenkteken van een
decadente periode verdient geen kostbare restauratie.
|
·
dat weglating van lidwoorden gemakkelijker is als de substantieven
semantische samenhang vertonen (die ook op een tegenstelling kan berusten)
en moeilijk of onmogelijk als dit niet het geval is; verder is deze
samentrekking gemakkelijker in het meervoud dan in het enkelvoud;
De beoordeling van de verschillende mogelijkheden is afhankelijk van
persoonlijk taalgevoel. Vergelijk:
|
(27)
|
De collega's en (-) vrienden van mijn vader kwamen ook
feliciteren.
|
|
(28)
|
De pastoor en (-) kapelaan kwamen ook feliciteren.
<<twijfelachtig>>
|
|
(29)
|
De dominee en (-) notaris kwamen ook feliciteren.
<<uitgesloten>>
|
|
(30)
|
We hebben de musea en (-) kerken bezocht.
|
|
(31)
|
We hebben de villawijken en (-) arbeidersbuurten bekeken.
|
|
(32)
|
We hebben de kerken en (-) arbeiderswoningen bekeken.
<<twijfelachtig>>
|
|
(33)
|
We hebben het Rijksmuseum en (-) Stedelijk Museum bezocht.
<<twijfelachtig>>
|
|
(34)
|
We hebben het Rijksmuseum en (-) Centraal Station bekeken.
<<uitgesloten>>
|
|
|
|
|
|
|