Het tweede lid is inhoudelijk een gevolg van het eerste
 
[ 26·5·1·3 ]
 
In deze functie is dus mutatis mutandis even bruikbaar als want (zie ). We geven hieronder ter vergelijking dezelfde voorbeelden als in , met omkering van de leden en soms lichte aanpassingen:

(1) Chamberlain wilde onderhandelen met de Nazi's, dus hij ging naar München.
(2) Ze hadden een andere begrafenisondernemer gekozen, dus Frits was boos.
(3) De lens was gebroken, dus ik kon niet meer fotograferen.
(4) Hij is ziek, dus hij blijft thuis.
(5) Hij had een afspraak met zijn secretaris, dus om drie uur verliet hij het gebouw.
(6) Vóór negen uur komt er toch niemand opdagen, dus vroeger wordt de poort niet geopend.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina