|
|
Deelwoorden op de eerste zinsplaats
|
[ 21·3·3·2 ]
|
1 |
Voorbeelden met vooropgeplaatste deelwoorden zijn de (b)
-zinnen uit de volgende reeks:
|
(1a)
|
(De hele week al hebben studenten uit Gent en Leuven protestacties gevoerd
tegen de bezuinigingsvoorstellen.) Vandaag |werd| voor het eerst ook door
studenten van de Brusselse universiteit |geprotesteerd. |
|
|
(1b)
|
(De hele week al hebben studenten uit Gent en Leuven protestacties gevoerd
tegen de bezuinigingsvoorstellen.) Geprotesteerd |werd| vandaag
voor het eerst ook door studenten van de Brusselse universiteit.
|
|
(2a)
|
(Jan had beloofd dat hij al onze fietsen nog dit weekeinde zou herstellen,
maar wat dacht je?) Hij |heeft| natuurlijk alleen z'n eigen fiets
|hersteld. |
|
|
(2b)
|
(Jan had beloofd dat hij al onze fietsen nog dit weekeinde zou herstellen,
maar wat dacht je?) Hersteld |heeft| hij natuurlijk alleen z'n
eigen fiets.
|
|
(3a)
|
(Het Oosterscheldegebied is rijk aan voedsel.) Er |wordt| niet alleen
|geoogst| door de talloze dieren in de Oosterschelde, er
|wordt| ook |geoogst| door bijvoorbeeld mossel- en oestertelers.
|
|
(3b)
|
(Het Oosterscheldegebied is rijk aan voedsel.) Geoogst |wordt|
er niet alleen door de talloze dieren in de Oosterschelde,
geoogst |wordt| er ook door bijvoorbeeld mossel- en oestertelers.
|
|
(4a)
|
(Er is wel veel gepraat, maar) er |is| uiteindelijk niets
|besloten. |
|
|
(4b)
|
(Er is wel veel gepraat, maar) besloten |is| er uiteindelijk
niets.
|
|
(5a)
|
(We schrijven elkaar wel vaak, maar) we |hebben| elkaar al lang niet meer
|gezien. |
|
|
(5b)
|
(We schrijven elkaar wel vaak, maar) gezien |hebben| we elkaar
al lang niet meer.
|
|
(6a)
|
(Ik kan me niet voorstellen dat hij nu niet de waarheid zou vertellen.)
Hij |heeft| tegen mij nog nooit |gelogen. |
|
|
(6b)
|
(Ik kan me niet voorstellen dat hij nu niet de waarheid zou vertellen.)
Gelogen |heeft| hij tegen mij nog nooit.
|
Men kan in de (b) -zinnen een louter stilistische variant zien
van hun pendanten met het deelwoord achteraan, maar vooropplaatsing van het
deelwoord kan het informatief belangrijkste element vaak (nog) beter laten
uitkomen, doordat dat element nu helemaal aan het eind van het middenstuk
staat.
Opmerking
|
Hetzelfde effect kan soms ook bereikt worden door een informatief
belangrijk element achter de tweede pool, dus op de laatste zinsplaats te
zetten; zie bijv. de door -bepaling in (3).
Inzoverre lijkt er geen duidelijk informatief en communicatief verschil
te bestaan tussen de volgordevarianten (3a) en
(3b). Achteropplaatsing van de door -bepaling
is ook een mogelijke variant bij voorbeeld (1). Zie voor
een en ander
en
.
|
|
In het volgende voorbeeld is een andere dan de gegeven volgorde zelfs niet
goed mogelijk:
|
(7)
|
(U hoort nogmaals het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard
Haitink.) Uitgevoerd |wordt| het pianoconcert nr. 1 in g, opus
25, van Mendelssohn.
|
De constructie met een deelwoord op de eerste zinsplaats kan ook gebruikt
worden als het hulpwerkwoord - dat in de eerste pool staat - als
informatief belangrijk element voorgesteld moet worden, bijv.:
|
(8)
|
Gelogen |héb| je, (dat weet ik wel zeker.)
|
|
(9)
|
(Ze zeiden wel dat ze zouden komen, maar) gezien |hébben| we ze
niet.
|
In al deze zinnen is het deelwoord gemakkelijk vooropplaatsbaar omdat het
werkwoord hetzij (al dan niet letterlijk) direct aansluit bij de
voorafgaande zin (zie bijv. (1b) en (2b)), of
anderszins als bekend verondersteld kan worden, hetzij als een min of meer
voor de hand liggend vervolg (zie bijv. (3b) en
(7)) of een logische oppositie (zie (4b),
(5b) en (6b)) kan gelden. In zin
(4b) bijv. kan zodoende duidelijker tot uitdrukking gebracht
worden dat de oppositie tussen niets en veel (in
de eerste deelzin) informatief het belangrijkst is, en niet die tussen de
beide werkwoorden, wat in (4a) meer voor de hand ligt.
|
|
2 |
Vooral in journalistiek taalgebruik kan men veelvuldig gevallen aantreffen
als de volgende:
|
(10)
|
Aangenomen |wordt| dat de voorzitter ontvoerd is.
|
|
(11)
|
Gewezen |werd| op de eis tot onmiddellijke intrekking van het
besluit.
|
|
(12)
|
Verondersteld |werd| dat het uitblijven van de grote aanval op
Phnom Penh samenhing met onzekerheid over de reactie van de Verenigde
Staten.
|
|
(13)
|
Gedacht |wordt| aan een verhoging van de olieprijs met 10
dollar per barrel.
|
|
(14)
|
Verwacht |wordt| dat de prijzen voor koffie en thee eind deze
maand verder de hoogte in zullen gaan.
|
|
(15)
|
Gevreesd |werd| dat door deze verbreding van de strook land
onder hun gezag de Pathet Lao en de Noordvietnamezen in staat zouden zijn
een nieuw, meer westelijk gelegen, netwerk van paden en wegen aan te leggen.
|
|
(16)
|
Gesuggereerd |werd| dat hij veel vertrouwen kan winnen door
zelf het initiatief te nemen en de sjah te vragen voor goed weg te blijven.
|
Het gaat steeds om passieve, onpersoonlijke constructies die te omschrijven
zijn met 'men neemt aan...'enz. Als het onderwerp
uitgedrukt wordt, bestaat het uit een dat-zin. Deze
constructies vormen een equivalent van zinnen die met er
beginnen (er wordt aangenomen dat..., enz.). De genoemde
constructies maken het tevens mogelijk om in overeenstemming met het
complexiteitsprincipe (zie
) 'zwaardere' zinsdelen helemaal aan het einde te plaatsen.
Zie ook
.
|
|
3 |
Vooropplaatsing van een deelwoord kan ook als middel gebruikt worden om dat
deelwoord juist als het informatief belangrijkste element voor te stellen.
Dat is bijv. het geval in een correctiezin zoals (17) of een
zin die een ander soort tegenstelling uitdrukt zoals (18):
|
(17)
|
Gezíen |heb| ik dat kind (, niet gehóórd.)
|
|
(18)
|
Gelógen |heb| je in plaats van de waarheid te vertellen.
|
In dit soort gevallen ligt er een sterk nadruksaccent op het deelwoord.
|
|
|
|