De bepaling van beperking
 
[ 20·10·16 ]
 
1 De bepaling van beperking (bepaling van restrictie) bevat een beperking op de rest van de zinsinhoud of een deel daarvan.
 
2 Deze bepaling kan tot uitdrukking gebracht worden door de volgende taalelementen.

[a]  Voorzetselconstituenten;
     Als voorzetsels worden hier vooral gebruikt:

aangaande behoudens betreffende buiten in jegens omtrent qua van voor

Als voorzetseluitdrukking komen onder andere voor:

met betrekking tot ten aanzien van ten opzichte van met uitzondering van

Voorbeelden:

(1) Aangaande de zaak Jaspers kan ik u geen mededelingen doen.
(2) Hij was mijn meerdere in rang.
(3) Qua vormgeving vind ik dat schilderij toch meer geslaagd.
(4) Jegens zijn collega's gedroeg hij zich gereserveerd.
(5) Mijn vader is timmerman van beroep.
(6) Voor een kabouter was hij groot.



[b]  Het voornaamwoordelijk bijwoord daaromtrent en het bijwoord dienaangaande, bijv.:

(7) Daaromtrent/dienaangaande moeten wij ons van commentaar onthouden.



[c]  Beperkende bijzinnen (restrictieve bijzinnen), ingeleid door de voegwoorden of voegwoordelijke uitdrukkingen behalve dat, (in) zover(re), (voor) zover en dat, alsook onvolledige zinnen met behalve en uitgezonderd. Voor de behandeling wordt verwezen naar . Enkele voorbeelden:

(8) Behalve dat ik me ziek voel, heb ik ook nog problemen met mijn buren.
(9) Dat is zover ik weet nog niet betaald.
(10) Gaat deze trein naar Amsterdam, dat u weet?

Voor zinnen met wat (...) betreft en wat... aangaat: zie .

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina