|
[a]
Voorzetselconstituenten;
Als voorzetsels worden onder andere gebruikt:
bij
in
met
onder
zonder
Voorbeelden:
|
(1)
|
We vertrokken bij helder weer, maar keerden terug onder
stromende regen.
|
|
(2)
|
In een wat landerige stemming begon hij aan een nieuw hoofdstuk.
|
|
(3)
|
Wij slapen altijd met open raam.
|
|
(4)
|
Onder grote hilariteit knipte de burgemeester het verkeerde
lint door.
|
|
(5)
|
De conferentie eindigde zonder noemenswaard resultaat.
|
[b]
Bijzinnen van omstandigheid;
Als voegwoorden en voegwoordelijke uitdrukkingen worden onder andere
gebruikt:
zonder (dat)
in plaats van (dat)
in plaats dat
Voor de behandeling wordt verwezen naar
. Enkele voorbeelden:
|
(6)
|
Hij kwam binnen zonder dat ze iets merkten.
|
|
(7)
|
Zonder iemand te groeten verdween hij.
|
|
(8)
|
In plaats van te werken zat ze hele dagen in de tuin.
|
|